Gemeente Schoten

Zitting van 31 JANUARI 2019

Van 20:00 tot 22:00 uur.

raadzaal

 

Aanwezig:

Lieven De Smet, voorzitter.

Maarten De Veuster, burgemeester.

Iefke Hendrickx, Wouter Rombouts, Charlotte Klima, Paul Valkeniers, Paul De Swaef, Walter Brat, Véronique D'Exelle, schepenen.

Kurt Vermeiren, Erik Block, Piet Bouciqué, Ilse Stockbroekx, Peter Arnauw, Bert Batens, Pieter Gielis, Nadine Van Mol, Kathelijne Peeters, Tom Van Grieken, Maya De Backer, Christof Victor, Dieter Peeters, Catharina Van Osta, Sandra Lauryssen, Lieselotte Decroix, Kris Oversteyns, Tommy Van Look, Niels Broeckx, Patrick Molle, Jean-Pierre Vanaken, Olivier Coppens, raadsleden.

Rony Lejaeghere, algemeen directeur.

 

Overzicht punten

 

Zitting van 31 JANUARI 2019

EEDAFLEGGING GEMEENTERAADSLID

Gelet op de artikelen 6, 8, 10 en 14 van het Decreet Lokaal bestuur van 22 december 2018;

Overwegende dat de gemeenteraad de geloofsbrieven van de verkozen gemeenteraadsleden onderzoekt;

Overwegende dat de geloofsbrieven de schriftelijke bewijsstukken omvatten die elke verkozene, opgeroepen om de eed af te leggen, moet voorleggen en waaruit blijkt dat hij op een wettige wijze is verkozen en dat er tegen zijn verkiezing geen bezwaren zijn;

Overwegende dat de geloofsbrieven van Nadine Van Mol behoorlijk en tijdig werden ingediend, en dat deze ter inzage werden gelegd met respect voor de decretale bepalingen terzake;

Overwegende dat er geen bezwaren in verband met de verkiesbaarheidsvoorwaarden van het kandidaat raadslid werden ingediend;

Overwegende dat Nadine Van Mol verontschuldigd was voor de installatievergadering op 3 januari 2019;

Overwegende dat het verkozen gemeenteraadslid van wie de geloofsbrieven werden goedgekeurd, in openbare vergadering de volgende eed aflegt in handen van de voorzitter van de gemeenteraad: “Ik zweer de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen”;

Neemt akte:

van de eedaflegging en installatie van Nadine Van Mol als gemeenteraadslid.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 31 JANUARI 2019

GOEDKEURING NOTULEN EN ZITTINGSVERSLAGEN OPENBARE VERGADERING

Gelet op artikel 32 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;

Gelet op het punt van de dagorde 'Verslagen vorige vergaderingen';

Besluit: met 30 stemmen ja, 1 onthouding

Maarten De Veuster, Iefke Hendrickx, Wouter Rombouts, Charlotte Klima, Paul Valkeniers, Paul De Swaef, Walter Brat, Véronique D'Exelle, Erik Block, Piet Bouciqué, Ilse Stockbroekx, Peter Arnauw, Bert Batens, Pieter Gielis, Nadine Van Mol, Kathelijne Peeters, Tom Van Grieken, Maya De Backer, Christof Victor, Dieter Peeters, Catharina Van Osta, Sandra Lauryssen, Lieselotte Decroix, Kris Oversteyns, Tommy Van Look, Niels Broeckx, Patrick Molle, Jean-Pierre Vanaken, Olivier Coppens, Lieven De Smetstemmen ja.

Kurt Vermeirenonthoudt zich.

Artikel 1

Goedkeuring te hechten aan het verslag van de openbare vergadering van de gemeenteraad van 20 december 2018.

Artikel 2

Goedkeuring te hechten aan het verslag van de openbare vergadering van de gemeenteraad van 3 januari 2019.

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 31 JANUARI 2019

LOKALE POLITIE: MOBILITEITSCYCLUS

Gelet op het KB van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten;

Gelet op het KB van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten;

Gelet op de omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden in de politiezones;

Gelet op het KB van 20 december 2005 tot wijziging van verschillende teksten betreffende de rechtspositie van het personeel van de politiediensten;

Gelet op het KB van 30 januari 2006 houdende nieuwe bepalingen inzake de mobiliteitsregeling;

Overwegende dat door vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten, aan het stelsel van de mobiliteit uitvoering kan worden gegeven;

Gelet op het raadsbesluit d.d. 4 september 2003 houdende vaststelling van het operationeel kader van de lokale politie Schoten;

Gelet op het raadsbesluit d.d. 27 oktober 2011 houdende vaststelling van het CALOG-personeelskader van de lokale politie Schoten;

Gelet op het verslag van 11 december 2018 van Melis Hilde, personeelsconsulente van de politiezone Schoten;

Overwegende dat inzake de 1ste mobiliteitscyclus voor 2019 de vacant te verklaren betrekkingen dienen te worden meegedeeld aan de Directie van de Mobiliteit en het Loopbaanbeheer (DPM);

Overwegende dat deze mededeling dient te gebeuren aan de hand van het formulier bedoeld in bijlage 1 van het KB Mobiliteit, dat hierbij eveneens de selectiemodaliteiten dienen bepaald te worden;

Gelet op de bevoegdheid terzake van de gemeenteraad;

Overwegende dat korpschef Lemmens Dirk aanwezig is bij de bespreking van dit agendapunt, in toepassing van artikel 29bis van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, zoals gewijzigd;

Gelet op de gevoerde bespreking;

Besluit: met 31 stemmen ja (eenparig)

Maarten De Veuster, Iefke Hendrickx, Wouter Rombouts, Charlotte Klima, Paul Valkeniers, Paul De Swaef, Walter Brat, Véronique D'Exelle, Kurt Vermeiren, Erik Block, Piet Bouciqué, Ilse Stockbroekx, Peter Arnauw, Bert Batens, Pieter Gielis, Nadine Van Mol, Kathelijne Peeters, Tom Van Grieken, Maya De Backer, Christof Victor, Dieter Peeters, Catharina Van Osta, Sandra Lauryssen, Lieselotte Decroix, Kris Oversteyns, Tommy Van Look, Niels Broeckx, Patrick Molle, Jean-Pierre Vanaken, Olivier Coppens, Lieven De Smetstemmen ja.

Artikel 1

Akkoord te gaan met de melding van bijkomende volgende vacatures bij de lokale politie Schoten aan de Directie van de Mobiliteit en het Loopbaanbeheer (DPM):

CALOG-kader:

- één (1) betrekking maatschappelijk assistent

Operationeel kader:

- één (1) betrekking HINP Sociale Recherche - Jeugd & Gezin

De overige openstaande betrekkingen werden reeds in de gemeenteraad van 29 november 2018 goedgekeurd.

Artikel 2

Akkoord te gaan om voor de vacant verklaarde betrekkingen het formulier in te vullen zoals bedoeld in bijlage 1 bij het KB van 20 november 2001. Hierbij wordt de vaststelling van de uiterste datum waarop de kandidaatstelling voor de vacatures dient te gebeuren, overgelaten aan DPM, zoals gevraagd in punt 3.1.3 van de omzendbrief GPI van 24 januari 2001.

Artikel 3

Akkoord te gaan om de wijze van selectie onder de kandidaten te bepalen als volgt:

voorwaarde 2: het in aanmerking nemen voor alle kandidaten van het gemotiveerde advies van de korpschef onder wiens bevoegdheid de vacante bediening valt

voorwaarde 5: het in aanmerking nemen van het advies van een selectiecommissie.

Voor de betrekking van commissaris wordt bijkomende voorwaarde weerhouden:

voorwaarde 6: het organiseren van één of meer tests of geschiktheidsproeven.

Artikel 4

Deze betrekkingen niet te koppelen aan een voorrangsrecht voor Brusselaars.

Artikel 5

Er wordt automatisch een mobiliteitsreserve aangelegd die voor eenzelfde functionaliteit geldig is tot de publicatie van de 2de navolgende cyclus.

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 31 JANUARI 2019

LOKALE POLITIE: VOORLOPIGE TWAALFDEN - BEGROTING

Gelet op de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, inzonderheid artikel 39 en artikel 71 e.v.;

Gelet op het KB van 5 september 2001 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de lokale politie, inzonderheid titel II - de begroting;

Gelet op de noodzaak om maatregelen te treffen om het financieel beheer van de politiezone Schoten te voeren op voorlopige kredieten;

Overwegende dat door middel van voorlopige kredieten uitgaven kunnen worden verricht waarvoor een uitvoerbaar krediet was uitgetrokken op de politiebegroting van het vorig dienstjaar;

Overwegende dat deze voorlopige kredieten bij gemeenteraadsbesluit dienen vastgelegd te worden voor de aanvang van de maand waarop ze betrekking hebben;

Gelet op de ministeriële omzendbrief PLP 57 van 21 november 2018, betreffende de onderrichtingen voor het opstellen van de politiebegroting voor 2019 ten behoeve van de politiezone, inzonderheid punt 3 "het gebruik van voorlopige kredieten in afwachting van de goedkeuring van de begroting door de toezichthoudende overheid";

Besluit: met 31 stemmen ja (eenparig)

Maarten De Veuster, Iefke Hendrickx, Wouter Rombouts, Charlotte Klima, Paul Valkeniers, Paul De Swaef, Walter Brat, Véronique D'Exelle, Kurt Vermeiren, Erik Block, Piet Bouciqué, Ilse Stockbroekx, Peter Arnauw, Bert Batens, Pieter Gielis, Nadine Van Mol, Kathelijne Peeters, Tom Van Grieken, Maya De Backer, Christof Victor, Dieter Peeters, Catharina Van Osta, Sandra Lauryssen, Lieselotte Decroix, Kris Oversteyns, Tommy Van Look, Niels Broeckx, Patrick Molle, Jean-Pierre Vanaken, Olivier Coppens, Lieven De Smetstemmen ja.

Enig artikel

Akkoord te gaan om voor de maand februari 2019 een beroep te doen op het gebruik van voorlopige twaalfden teneinde de normale werking van de politiezone Schoten te verzekeren.

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 31 JANUARI 2019

LOKALE POLITIE: DELEGATIE AANWERVING EN BENOEMING VAN OPERATIONEEL- EN BURGERPERSONEEL IN DE POLITIEZONE

Gelet op de wet van 21 december 2013 houdende diverse bepalingen;

Gelet op art.56 en 86, 3° van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus;

Gelet op het gewijzigde artikel 56 van voormelde wet luidende als volgt:

"De gemeenteraad of de politieraad benoemt of werft de andere leden van de lokale politie aan, volgens de voorwaarden en nadere regels vastgesteld door de Koning.
De gemeenteraad of de politieraad kan, per lopende legislatuur, die bevoegdheid delegeren, naar gelang van het geval, aan de burgemeester of het politiecollege.
Wanneer de burgemeester of het politiecollege de bedoeling heeft om af te wijken van de rangorde opgesteld na de selectieprodecure, blijft de gemeenteraad of de politieraad bevoegd.";

Overwegende dat dergelijke delegatie tot gevolg heeft dat er sneller na de selectie tot effectieve benoeming of aanwerving kan overgegaan worden, wat inhoudt dat eventuele kandidaten sneller aangeworven of benoemd kunnen worden in de eigen zone;

Overwegende dat de politiezone Schoten nog steeds met knelpuntberoepen kampt;

Overwegende dat bij het invullen van knelpuntberoepen de snelheid van benoemen een kritische succesfactor is,

 

Besluit: met 31 stemmen ja (eenparig)

Maarten De Veuster, Iefke Hendrickx, Wouter Rombouts, Charlotte Klima, Paul Valkeniers, Paul De Swaef, Walter Brat, Véronique D'Exelle, Kurt Vermeiren, Erik Block, Piet Bouciqué, Ilse Stockbroekx, Peter Arnauw, Bert Batens, Pieter Gielis, Nadine Van Mol, Kathelijne Peeters, Tom Van Grieken, Maya De Backer, Christof Victor, Dieter Peeters, Catharina Van Osta, Sandra Lauryssen, Lieselotte Decroix, Kris Oversteyns, Tommy Van Look, Niels Broeckx, Patrick Molle, Jean-Pierre Vanaken, Olivier Coppens, Lieven De Smetstemmen ja.

Enig artikel

Voor de lopende legislatuur wordt gebruik gemaakt van de mogelijkheid tot delegatie in het kader van artikel 56 WGP tot aanwerving of benoeming van het personeel in de politiezone. Deze bevoegdheid wordt gedelegeerd van de gemeenteraad naar de burgemeester.
Een voor eensluidend verklaard afschrift van dit besluit wordt in het kader van artikel 86,3° WGP, samen met het besluit van de burgemeester, in het kader van het algemeen administratief toezicht aan de gouverneur bezorgd.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 31 JANUARI 2019

HUISHOUDELIJK REGLEMENT GEMEENTERAAD

Gelet op artikel 38 van het Decreet Lokaal bestuur dat stelt dat de Gemeenteraad bij aanvang van de zittingsperiode een huishoudelijk reglement dient vast te stellen waarin aanvullende maatregelen worden opgenomen voor de werking van de raad en waarin minstens bepalingen worden opgenomen over:

1° de vergaderingen waarvoor presentiegeld wordt verleend, het bedrag van het presentiegeld en de nadere regels voor de eventuele terugbetaling van specifieke kosten die verband houden met de uitoefening van het mandaat van gemeenteraadslid of lid van het college van burgemeester en schepenen;

2° de wijze van verzending van de oproeping en de terbeschikkingstelling van het dossier aan de gemeenteraadsleden, alsook de wijze waarop de algemeen directeur of de door hem aangewezen personeelsleden, aan de raadsleden die erom verzoeken, technische inlichtingen verstrekken over die stukken;

3° de wijze waarop de plaats, de dag, het tijdstip en de agenda van de vergaderingen van de gemeenteraad openbaar worden gemaakt;

4° de voorwaarden voor het inzagerecht en het recht van afschrift voor gemeenteraadsleden en de voorwaarden voor het bezoekrecht aan de instellingen en diensten die de gemeente opricht en beheert;

5° de voorwaarden waaronder de gemeenteraadsleden hun recht uitoefenen om aan de burgemeester en aan het college van burgemeester en schepenen mondelinge en schriftelijke vragen te stellen;

6° de wijze van notulering en de wijze waarop de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering ter beschikking worden gesteld van de gemeenteraadsleden;

7° de nadere regels voor de samenstelling en de werking van de commissies en de fracties;

8° de wijze waarop en de persoon door wie de stukken van de gemeente, vermeld in artikel 279, worden ondertekend;

9° de nadere voorwaarden waaronder het recht om verzoekschriften in te dienen, wordt uitgeoefend, en de wijze waarop de verzoekschriften worden behandeld;

10° de wijze van het ter kennis brengen van de beslissingen, vermeld in artikel 50, vijfde lid.

De gemeenteraad kan het huishoudelijk reglement op elk moment wijzigen.”;

Gelet op het voorstel van Huishoudelijk Reglement voor de Gemeenteraad;

Gelet op de gevoerde bespreking;

Gaat over tot de stemming over het amendement van raadslid Piet Bouciqué om het punt te verdagen

Er zijn 17 stemmen neen  over dit voorstel en 14 stemmen ja.

 

Maarten De Veuster, Iefke Hendrickx, Wouter Rombouts, Charlotte Klima, Paul Valkeniers, Paul De Swaef, Walter Brat, Véronique D'Exelle, Ilse Stockbroekx,Bert Batens, Pieter Gielis, Nadine Van Mol, Kathelijne PeetersChristof Victor , Sandra Lauryssen,Kris Oversteyns ,Lieven De Smet stemmen neen.

Maya De Backer, Peter Arnauw, Olivier Coppens, Niels Broeckx, Patrick Molle, Jean-Pierre Vanaken, Piet Bouciqué, Tom Van Grieken, Tommy Van Look, Lieselotte DEcroix, Kurt Vermeiren, Erik Block, Dieter Peeters, Catharina Van Osta stemmen ja.

 

Besluit: het amendement over verdaging van het punt te verwerpen.

 

Gaat over tot de schorsing op verzoek van Raadslid Peter Arnauw

Besluit:

met 31 stemmen ja

Maarten De Veuster, Iefke Hendrickx, Wouter Rombouts, Charlotte Klima, Paul Valkeniers, Paul De Swaef, Walter Brat, Véronique D'Exelle, Erik Block, Kurt Vermeiren, Piet Bouciqué, Ilse Stockbroekx, Peter Arnauw, Bert Batens, Pieter Gielis, Nadine Van Mol, Kathelijne Peeters, Tom Van Grieken, Maya De Backer, Christof Victor, Dieter Peeters, Catharina Van Osta, Sandra Lauryssen, Lieselotte Decroix, Kris Oversteyns, Tommy Van Look, Niels Broeckx, Patrick Molle, Jean-Pierre Vanaken, Olivier Coppens, Lieven De Smet stemmen ja.

 

Enig Artikel

Verdaagt  de vaststelling van het  Huishoudelijk Reglement voor de Gemeenteraad tot een latere datum.

 

 

 

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 31 JANUARI 2019

REGLEMENT VOOR CULTURELE INSPRAAK: ORGANIEK REGLEMENT GEMEENTELIJKE ADVIESRAAD VOOR CULTUUR- EN ERFGOEDBELEID

Gelet op het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017;

Gelet op het decreet van 6 juli 2012 met betrekking tot het lokaal cultuurbeleid zoals gewijzigd op 20

december 2013 en 4 juli 2014;

Gelet op het Cultuurpact van 1972;

Gelet het organiek reglement gemeentelijke adviesraad voor cultuur- en erfgoedbeleid zoals goedgekeurd op de gemeenteraad d.d. 31 mei 2018;

Gelet op artikel 14, paragraaf 1 van het reglement dat vastlegt dat bij de start van elke legislatuur het aantal leden van de besturen van de cultuurraad en erfgoedraad en de verdeling over de categorieën moet worden vastgelegd bij wijze van aanvaarding van het organieke reglement;

Besluit: met 31 stemmen ja (eenparig)

Maarten De Veuster, Iefke Hendrickx, Wouter Rombouts, Charlotte Klima, Paul Valkeniers, Paul De Swaef, Walter Brat, Véronique D'Exelle, Kurt Vermeiren, Erik Block, Piet Bouciqué, Ilse Stockbroekx, Peter Arnauw, Bert Batens, Pieter Gielis, Nadine Van Mol, Kathelijne Peeters, Tom Van Grieken, Maya De Backer, Christof Victor, Dieter Peeters, Catharina Van Osta, Sandra Lauryssen, Lieselotte Decroix, Kris Oversteyns, Tommy Van Look, Niels Broeckx, Patrick Molle, Jean-Pierre Vanaken, Olivier Coppens, Lieven De Smetstemmen ja.

Enig artikel

goedkeuring te verlenen aan het organiek reglement gemeentelijke adviesraad voor cultuur- en erfgoedbeleid

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 31 JANUARI 2019

AANVULLEND REGLEMENT VAN DE POLITIE OP HET WEGVERKEER: JOZEF HENDRICKXSTRAAT 177: AANVRAAG PARKEERPLAATS VOOR PERSONEN MET EEN HANDICAP

Gelet op de wet betreffende de politie van het wegverkeer;

Gelet op het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer;

Gelet op het ministerieel besluit waarbij de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald;

Gelet op het ministerieel rondschrijven betreffende de aanvullende reglementen en de plaatsing van de verkeerstekens;

Gelet op de Nieuwe Gemeentewet, art. 119;

Gelet op het verslag van de technische dienst d.d. 10 december 2018;

Overwegende dat voornoemde straat tot het beheer van de gemeente behoort en binnen de bebouwde kom ligt;

Gelet op de gevoerde bespreking;

Besluit: met 31 stemmen ja (eenparig)

Maarten De Veuster, Iefke Hendrickx, Wouter Rombouts, Charlotte Klima, Paul Valkeniers, Paul De Swaef, Walter Brat, Véronique D'Exelle, Kurt Vermeiren, Erik Block, Piet Bouciqué, Ilse Stockbroekx, Peter Arnauw, Bert Batens, Pieter Gielis, Nadine Van Mol, Kathelijne Peeters, Tom Van Grieken, Maya De Backer, Christof Victor, Dieter Peeters, Catharina Van Osta, Sandra Lauryssen, Lieselotte Decroix, Kris Oversteyns, Tommy Van Look, Niels Broeckx, Patrick Molle, Jean-Pierre Vanaken, Olivier Coppens, Lieven De Smetstemmen ja.

Artikel 1

Het aanvullend reglement m.b.t. de politie van het wegverkeer wordt goedgekeurd betreffende Jozef Hendrickxstraat. Het parkeren wordt uitsluitend toegelaten voor voertuigen die gebruikt worden voor personen met een handicap t.h.v. Jozef Hendrickxstraat 177 over een lengte van 6 meter. Het verkeersbord E9a, met onderbord met pictogram voor personen met een handicap en bord met opstaande pijl en vermelding '6 m' wordt aangebracht.

Artikel 2

Dit reglement wordt ter kennisgeving voorgelegd aan de Vlaamse Overheid, Departement Mobiliteit en Openbare Werken, Afdeling Beleid Mobiliteit en Verkeersveiligheid.

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 31 JANUARI 2019

AGBS - SAMENSTELLING RAAD VAN BESTUUR POLITIEKE AFGEVAARDIGDEN

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid Titel 3, Hoofdstuk 2 - Het Autonoom Gemeentebedrijf;

Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 5 februari 2009 houdende akkoord met de oprichting van het Autonoom Gemeentebedrijf Schoten;

Overwegende dat in deze gemeenteraadszitting eveneens de statuten van het Autonoom Gemeentebedrijf Schoten werden goedgekeurd;

Gelet op het besluit d.d. 11 mei 2009 van Vlaams minister Marino Keulen houdende de goedkeuring van de beslissing van de gemeenteraad van Schoten van 5 februari 2009 waarbij het Autonoom Gemeentebedrijf Schoten wordt opgericht en de statuten van het bedrijf zijn vastgesteld;

Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 26 april 2012 houdende goedkeuring van de statutenwijziging van het Autonoom Gemeentebedrijf Schoten;

Gelet op het besluit d.d. 23 augustus 2012 van minister Bourgeois houdende goedkeuring van de statutenwijziging van het AGBS;

Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 30 mei 2013 houdende goedkeuring van de statutenwijziging van het Autonoom Gemeentebedrijf Schoten;

Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 21 december 2017 houdende goedkeuring van de statutenwijziging van het Autonoom Gemeentebedrijf Schoten;

Gelet op het besluit d.d. 9 februari 2018 van minister Homans houdende goedkeuring van de statutenwijziging van het AGBS;

Overwegende dat de artikelen 12 en 13 van de statuten van het AGBS de samenstelling van de Raad van Bestuur regelen;

Overwegende dat volgende samenstelling werd bepaald voor de Raad van Bestuur van het Autonoom Gemeentebedrijf Schoten:

- vanuit de gemeenteraad: van elke fractie 1 vertegenwoordiger per begonnen schijf van 5 raadsleden

- 2 leden die geen gemeenteraadsleden zijn;

Gelet op de ingediende kandidaturen:

schepenen Paul De Swaef en Wouter Rombouts, raadsleden Nadine Van Mol en Sandra Lauryssen (N-VA), schepen Paul Valkeniers (Open VLD), raadslid Erik Block (CD&V), raadslid Kurt Vermeiren (sp.a), raadslid Maya De Backer (Groen), raadsleden Piet Bouciqué en Tom Van Grieken (Vlaams Belang);

Gelet op de gevoerde bespreking;

Besluit:

Paul De Swaef aan te duiden als lid van de raad van bestuur van het autonoom gemeentebedrijf Schoten

Na geheime stemming:

28 stemmen voor, 3 stemmen tegen

 

Wouter Rombouts aan te duiden als lid van de raad van bestuur van het autonoom gemeentebedrijf Schoten

Na geheime stemming:

24 stemmen voor, 5 stemmen tegen, 1 onthouding, 1 stem blanco

 

Nadine Van Mol aan te duiden als lid van de raad van bestuur van het autonoom gemeentebedrijf Schoten

Na geheime stemming:

27 stemmen voor, 3 stemmen tegen, 1 onthouding

 

Sandra Lauryssen aan te duiden als lid van de raad van bestuur van het autonoom gemeentebedrijf Schoten

Na geheime stemming:

26 stemmen voor, 4 stemmen tegen, 1 onthouding

 

Paul Valkeniers aan te duiden als lid van de raad van bestuur van het autonoom gemeentebedrijf Schoten

Na geheime stemming:

27 stemmen voor, 3 stemmen tegen, 1 onthouding

 

Erik Block aan te duiden als lid van de raad van bestuur van het autonoom gemeentebedrijf Schoten

Na geheime stemming:

30 stemmen voor, 1 stem tegen

 

Kurt Vermeiren aan te duiden als lid van de raad van bestuur van het autonoom gemeentebedrijf Schoten

Na geheime stemming:

27 stemmen voor, 3 stemmen tegen, 1 onthouding

 

Maya De Backer aan te duiden als lid van de raad van bestuur van het autonoom gemeentebedrijf Schoten

Na geheime stemming:

30 stemmen voor, 1 stem tegen

 

Piet Bouciqué aan te duiden als lid van de raad van bestuur van het autonoom gemeentebedrijf Schoten

Na geheime stemming:

27 stemmen voor, 1 stem tegen, 1 onthouding, 2 stemmen blanco

 

Tom Van Grieken aan te duiden als lid van de raad van bestuur van het autonoom gemeentebedrijf Schoten

Na geheime stemming:

26 stemmen voor, 2 stemmen tegen, 3 onthoudingen

 

Artikel 1

Volgende gemeenteraadsleden te benoemen als leden van de Raad van Bestuur van het Autonoom Gemeentebedrijf Schoten:

Paul De Swaef

Wouter Rombouts

Nadine Van Mol

Sandra Lauryssen

Paul Valkeniers

Erik Block

Maya De Backer

Kurt Vermeiren

Piet Bouciqué

Tom Van Grieken

Artikel 2

Akkoord te gaan om de leden van de Raad van Bestuur die geen gemeenteraadslid zijn, te benoemen in de besloten vergadering van de gemeenteraad.

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 31 JANUARI 2019

BUDGET 2019 WOONZORGGROEP VOORKEMPEN

Overwegende dat het college van burgemeester en schepenen van Wijnegem op 6 december 2018 gunstig advies verleende aan het budget 2019 van de Woonzorggroep Voorkempen;

Overwegende dat het college van burgemeester en schepenen van Schoten op 11 december 2018 gunstig advies verleende aan het budget 2019 van de Woonzorggroep Voorkempen;

Overwegende dat op de vergadering van 13 december 2018 het budget 2019 werd vastgesteld door de Raad van Bestuur van de Woonzorggroep Voorkempen, OCMW-vereniging van publiek recht;

Overwegende dat de Raad van Bestuur van de Woonzorggroep Voorkempen de gemeenteraad verzoekt om in toepassing van artikel 150 en 228 van het decreet d.d. 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn het budget 2019 goed te keuren;

Gelet op de gevoerde bespreking;

Besluit: met 30 stemmen ja, 1 onthouding

Maarten De Veuster, Iefke Hendrickx, Wouter Rombouts, Charlotte Klima, Paul Valkeniers, Paul De Swaef, Walter Brat, Véronique D'Exelle, Erik Block, Piet Bouciqué, Ilse Stockbroekx, Peter Arnauw, Bert Batens, Pieter Gielis, Nadine Van Mol, Kathelijne Peeters, Tom Van Grieken, Maya De Backer, Christof Victor, Dieter Peeters, Catharina Van Osta, Sandra Lauryssen, Lieselotte Decroix, Kris Oversteyns, Tommy Van Look, Niels Broeckx, Patrick Molle, Jean-Pierre Vanaken, Olivier Coppens, Lieven De Smetstemmen ja.

Kurt Vermeirenonthoudt zich.

Enig artikel

De gemeenteraad keurt het budget 2019 van de Woonzorggroep Voorkempen goed.

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 31 JANUARI 2019

UITBREIDING AANTAL LICENTIES 3P - FACILITAIR BEHEER - GOEDKEURING LASTVOORWAARDEN EN GUNNINGSWIJZE

 

 

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad;

Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;

Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht;

Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen;

Gelet op de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, inzonderheid artikel 42, § 1, 1° d, ii) (mededinging ontbreekt omwille van technische redenen);

Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen;

Gelet op het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 90, 1°;

Gelet op het gemeenteraadsbesluit d.d. 29 november 2018, houden principieel akkoord en gunstig advies voor de aankoop van extra licenties 3P;

Overwegende dat wegens de uniformiteit met de software van de module “overheidsopdrachten”, en de doorlopen demo’s de voorkeur uitgaat naar de uitbreiding van het aantal reeds in werking zijnde licenties van 3P;

Gelet op de toelichtingsnota van de aankoopdienst, d.d. 18 december 2018;

Overwegende dat in het kader van de opdracht “Uitbreiding aantal licenties 3P - facilitair beheer” een dossier werd opgesteld door de aankoopdienst - administratie;

Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 72.000,00 excl. btw of € 87.120,00 incl. 21% btw over 48 maanden;

Overwegende dat voorgesteld wordt de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking;

Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht zal voorzien worden in het exploitatiebudget van 2019, op budgetcode GEM/61609000/011901 (actie 1419/001/006/001/001) via budgetwijziging BW01/2019 en in het budget van de volgende jaren;

 

Besluit: met 31 stemmen ja (eenparig)

Maarten De Veuster, Iefke Hendrickx, Wouter Rombouts, Charlotte Klima, Paul Valkeniers, Paul De Swaef, Walter Brat, Véronique D'Exelle, Kurt Vermeiren, Erik Block, Piet Bouciqué, Ilse Stockbroekx, Peter Arnauw, Bert Batens, Pieter Gielis, Nadine Van Mol, Kathelijne Peeters, Tom Van Grieken, Maya De Backer, Christof Victor, Dieter Peeters, Catharina Van Osta, Sandra Lauryssen, Lieselotte Decroix, Kris Oversteyns, Tommy Van Look, Niels Broeckx, Patrick Molle, Jean-Pierre Vanaken, Olivier Coppens, Lieven De Smetstemmen ja.

 

Artikel 1

Goedkeuring wordt verleend aan het dossier en de raming voor de opdracht “Uitbreiding aantal licenties 3P - facilitair beheer”, opgesteld door de aankoopdienst - administratie. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten. De raming bedraagt € 72.000,00 excl. btw of € 87.120,00 incl. 21% btw over 48 maanden.

Artikel 2

Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking.

Artikel 3

De uitgave voor deze opdracht zal voorzien worden in het exploitatiebudget van 2019, op budgetcode GEM/61609000/011901 (actie 1419/001/006/001/001) via budgetwijziging BW01/2019 en in het budget van de volgende jaren.

 

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 31 JANUARI 2019

WIJZIGING ARBEIDSREGLEMENT GEMEENTEPERSONEEL

Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 25 juni 2009 houdende vaststelling van het arbeidsreglement voor het gemeentepersoneel en latere wijzigingen;

Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 25 oktober 2018 houdende de goedkeuring van de uitbreiding van de personeelsformatie van de dienst integrale veiligheid met één voltijdse contractuele functie van intergemeentelijke noodplancoördinator;

Overwegende dat de functie van intergemeentelijke noodplancoördinator dient toegevoegd te worden aan artikel 55 van het arbeidsreglement voor het gemeentepersoneel, zijnde het toezichthoudend personeel;

Gelet op de nota van Lieve Vermeiren, diensthoofd van de dienst der werken, houdende de vraag om de glijreglementen voor de dienst der werken aan te passen;

Gelet op de nota van Vanessa De Belder, coördinator interne zaken, houdende een voorstel tot aanpassing van Bijlage IV Glijreglementen van het arbeidsreglement voor het gemeentepersoneel;

Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 29 november 2018 houdende het principieel akkoord met de wijziging van de Rechtspositieregeling inzake de toepassing van de vakantieregeling publieke sector vanaf 1 januari 2019;

Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 27 november 2018 houdende het principieel akkoord houdende de aanpassing aan het arbeidsreglement inzake de vakantieregeling vanaf 1 januari 2019;

Gelet op het gunstig advies van het managementteam zoals schriftelijk per mail verkregen;

Gelet op het protocol nr.25/2018 zoals afgesloten tijdens het syndicaal onderhandelingscomité van 4 december 2018;

Gelet op de bespreking;

Besluit: met 22 stemmen ja, tegen 1 stem neen, 8 onthoudingen

Maarten De Veuster, Iefke Hendrickx, Wouter Rombouts, Charlotte Klima, Paul Valkeniers, Paul De Swaef, Walter Brat, Véronique D'Exelle, Ilse Stockbroekx, Peter Arnauw, Bert Batens, Pieter Gielis, Nadine Van Mol, Kathelijne Peeters, Maya De Backer, Christof Victor, Dieter Peeters, Catharina Van Osta, Sandra Lauryssen, Kris Oversteyns, Olivier Coppens, Lieven De Smetstemmen ja.

Kurt Vermeirenstemt neen.

Erik Block, Piet Bouciqué, Tom Van Grieken, Lieselotte Decroix, Tommy Van Look, Niels Broeckx, Patrick Molle, Jean-Pierre Vanakenonthouden zich.

Artikel 1

Aanpassing van artikel 55 van het arbeidsreglement als volgt (de vetgedrukte functies zijn nieuw, de schuingedrukte functies zijn uitdovend):

- Artikel 55: Het toezichthoudend personeel

De personeelsleden werken onder toezicht en gezag van de hiernavolgende diensthoofden of verantwoordelijken:

Diensthoofd/verantwoordelijke

Personeelsleden

(...)

 

Coördinator integrale veiligheid

stafmedewerker integrale veiligheid

gemeenschapswacht-vaststeller

intergemeentelijke noodplancoördinator

(...)

 

 

Artikel 2

Akkoord te gaan met de wijzigingen van artikels 19 tot en met 23 van het arbeidsreglement van het gemeentepersoneel inzake jaarlijkse vakantie vanaf 1 januari 2019, als volgt:

Artikel 19: Aanvraagprocedure

§ 1. Een voltijds werkend personeelslid heeft recht op 35 werkdagen betaalde vakantie voor een volledig dienstjaar, pro rata de prestaties. Het dienstjaar dat in aanmerking genomen wordt als referentiejaar is het lopende dienstjaar.

Het verlof kan ineens of deelsgewijs worden toegestaan, doch het moet eenmaal een doorlopende periode van ten minste 2 weken omvatten. Behoudens onvoorziene dringende gevallen, moet het grote verlof ten minste één maand vooraf worden aangevraagd.

Het overige verlof wordt bij voorkeur minstens drie werkdagen op voorhand aangevraagd aan de rechtstreeks leidinggevende.

Jaarlijks verlof kan enkel opgenomen worden in volle of halve dagen. Mocht er een saldo blijven staan op het einde van het dienstjaar mag dit opgenomen worden in uren (enkel indien het saldo kleiner is dan 3.48 uur).

Het verlof wordt verleend door het diensthoofd, rekening houdend met het verlangen van de betrokkene en met de dienstnoodwendigheden en in het algemeen overleg tussen het personeel.

Als de aangevraagde dagen of periodes niet verzoenbaar zijn met de behoeften van de dienst, dan wordt dit zo vlug mogelijk meegedeeld aan het personeelslid.

Ingeval van betwisting tussen het diensthoofd en het personeelslid omtrent het al dan niet toekennen van een tijdig aangevraagd verlof zal de algemeen directeur beslissen.

Bij betwisting tussen de algemeen directeur en het diensthoofd of het betrokken personeelslid, zal het college van burgemeester en schepenen beslissen.

De verloven van de diensthoofden worden toegestaan door de algemeen directeur. Ingeval van betwisting zal het college van burgemeester en schepenen beslissen.

Het verlof van de algemeen directeur en de financieel directeur zal toegestaan worden door het college van burgemeester en schepenen.

§ 2. In afwijking van § 1, vierde lid, kan het personeelslid elk jaar maximum vier vakantiedagen opnemen zonder dat het dienstbelang kan worden ingeroepen om het verlof te weigeren.

Artikel 20: Bepaling van het aantal dagen / uren vakantie

§ 1. Elke periode met recht op salaris geeft recht op jaarlijkse vakantiedagen.

Deze worden, voor de praktische toepasbaarheid, uitgedrukt in uren.

§ 2. Voor de berekening van de jaarlijkse vakantie wordt volgende formule gehanteerd:

Het aantal betaalde vakantie-uren = 266 – (266 * Y / 1976)

Waarbij:

Y = het aantal uren afwezigheid zonder recht op salaris, zoals bepaald in de tabel in bijlage VIII bij de Rechtspositieregeling.

Indien het aldus berekende aantal dagen vakantieverlof geen geheel getal vormt, wordt het afgerond naar de onmiddellijk hogere eenheid.

Bij afwezigheden zonder recht op salaris of afwezigheden wegens deeltijdse prestaties wordt het recht op betaalde vakantie zoals bepaald in artikel 19 § 1 verhoudingsgewijze verminderd.

Het betreft o.a. volgende afwezigheden:

1° onbetaald verlof, m.u.v. het onbetaald verlof als gunst van maximaal 20 werkdagen per jaar

2° verlof voor opdracht

3° politiek verlof

4° verloven die leiden tot non-activiteit

5° ongewettigde afwezigheid

6° verlof voor loopbaanonderbreking (zowel thematische verloven, als zorgkrediet).

§ 3. Als een personeelslid in de loop van eenzelfde jaar meerdere periodes van niet-gelijkgestelde afwezigheden zonder recht op salaris bekomt of één of meerdere wijzigingen van het aantal uren wekelijkse prestaties, dan wordt bij de berekening van het aantal vakantie-uren telkens rekening gehouden met de bedoelde afwezigheden of de deeltijdse prestaties alsof ze één geheel vormden.

§ 4. Periodes met recht op een uitkering in het kader van de ziekte- en invaliditeitsverzekering worden onbeperkt gelijkgesteld met periodes met recht op salaris. Het aantal vakantie-uren wordt in dat geval dus niet verminderd.

Periodes van moederschapsrust en moederschapsbescherming worden voor contractuele personeelsleden gelijkgesteld met periodes met recht op salaris. Het aantal vakantie-uren wordt in dat geval dus niet verminderd.

Periodes van disponibiliteit wegens ziekte worden gelijkgesteld met periodes met recht op salaris. Het aantal vakantie-uren wordt in dat geval dus niet verminderd.

Periodes van disponibiliteit wegens ambtsopheffing worden in het jaar van de weder indiensttreding gelijkgesteld met periodes met recht op salaris. Het aantal vakantie-uren wordt niet verminderd.

§ 5. Als een personeelslid in de loop van het jaar in dienst treedt of zijn functie definitief neerlegt, worden zijn vakantie-uren in evenredige mate verminderd.

De vermindering wordt principieel altijd tijdens het jaar zelf aangerekend. Als dit niet meer mogelijk is, dan wordt de aanrekening verschoven naar het daaropvolgend jaar.

Voor de personeelsleden die geen voltijdse prestaties verrichten is één werkdag vakantieverlof, verlof of vrijaf gelijk aan de duur van de prestatie die zij volgens hun dienstregeling op dat ogenblik gemiddeld per dag moeten verrichten.

Artikel 21: Ziektedagen en vakantiedagen

§ 1. Regeling in geval van ziekte vóór de aanvang van of gelijktijdig met jaarlijkse vakantie

Als een statutair personeelslid ziek wordt voor de aanvang van of gelijktijdig met een vakantiedag of een periode van vakantiedagen, dan wordt de vakantie opgeschort en worden voor de statutaire personeelsleden de ziektedagen aangerekend op het beschikbare ziektekrediet. De medische controle moet kunnen toegepast worden.

Als een contractueel personeelslid ziek wordt voor de aanvang van of gelijktijdig met een vakantiedag of een periode van vakantiedagen, dan krijgt het verlof het karakter van ziektedagen en wordt voor de contractuele personeelsleden gewaarborgd loon betaald en/of uitkeringen in het kader van de ziekte- en invaliditeitsverzekering. De medische controle moet kunnen toegepast worden.

§ 2. Regeling in geval van ziekte tijdens jaarlijkse vakantie

Als een personeelslid tijdens zijn vakantie in het ziekenhuis opgenomen wordt, dan wordt de vakantie opgeschort vanaf de eerste dag van de ziekenhuisopname, mits aflevering van geldige bewijsstukken inzake de duur van de opname.

Deze periode wordt voor het statutaire personeel aangerekend op het beschikbare ziektekrediet. Het contractuele personeelslid ontvangt tijdens deze periode gewaarborgd loon en/of uitkeringen in het kader van de ziekte-en invaliditeitsverzekering.

Ingeval van ziekte, die aanvangt tijdens het vakantieverlof en die geen ziekenhuisopname tot gevolg heeft, wordt het vakantieverlof niet onderbroken.

Artikel 22: Overdracht vakantiedagen

In principe wordt het verlof niet meer verleend na 31 december van het kalenderjaar.

In afwijking hiervan dient het niet opgenomen verlof dat door omschakeling naar een regime met lagere prestaties niet kon worden opgenomen, na het hernemen van hogere of voltijdse prestaties te worden genomen.

In uitzonderlijke omstandigheden en met toelating van het college van burgemeester en schepenen mag het vakantieverlof voor het statutaire personeelslid dat niet tijdig kan genomen worden, overgedragen worden op het volgende vakantiejaar, tot uiterlijk 31 maart.

Deze overdracht wordt beperkt tot een maximum van 6 dagen, voor de personeelsleden die minstens 28,5/38ste werken. Voor de andere personeelsleden wordt de overdracht beperkt tot een maximum van 3 dagen.

Het verlof dat vóór die datum niet werd opgenomen, vervalt.

Artikel 23: Regeling in geval van omstandigheidsverlof

Het toegestaan jaarlijks verlof wordt onderbroken door omstandigheidsverlof, op voorwaarde dat de hiërarchische leidinggevende onmiddellijk op de hoogte wordt gesteld van de redenen van het omstandigheidsverlof.

Artikel 3

Akkoord te gaan met de wijziging van Bijlage III van het arbeidsreglement vanaf 1 januari 2019 als volgt:

Bijlage III: Uurroosters

Gemeentehuis

Administratief en technisch personeel:

De dagelijkse werkuren kunnen worden gespreid over volgende dagschema, ingedeeld in glijdende werktijden en stamtijden zoals vermeld in Bijlage IV Reglement glijdende werktijden administratief personeel.

maandag – dinsdag – woensdag – donderdag – vrijdag :

7.30 uur tot 9 uur : glijtijd

9 uur tot 11.30 uur : stamtijd

11.30 uur tot 13.30 uur : glijtijd met verplichte middagpauze van 30 minuten

13.30 uur tot 15.30 uur : stamtijd

15.30 uur tot 17.30 uur : glijtijd

Volgende diensten zijn tevens op donderdagavond open van 16 uur tot 19 uur:

dienst bevolking, burgerlijke stand, technische dienst, milieudienst, cultuurdienst, jeugddienst, sportdienst en dienst systeembeheer (ICT).

(...)

Administratief personeel vrijetijdsdiensten:

De dagelijkse werkuren kunnen worden gespreid over volgende dagschema, ingedeeld in glijdende werktijden en stamtijden zoals vermeld in Bijlage IV Reglement glijdende werktijden vrijetijdsdiensten.

De dagelijkse werkuren kunnen worden gespreid over volgende dagschema, ingedeeld in glijdende werktijden en stamtijden :

maandag – dinsdag – woensdag – donderdag – vrijdag :

7.30 uur tot 11 uur : glijtijd

11 uur tot 11.30 uur : stamtijd

11.30 uur tot 14.30 uur : glijtijd met verplichte middagpauze van 30 minuten

14.30 uur tot 15.30 uur : stamtijd

15.30 uur tot 19.30 uur : glijtijd

(...)

Bibliotheek

Voltijdse personeelsleden:

De dagelijkse werkuren kunnen worden gespreid over volgende dagschema, ingedeeld in glijdende werktijden en stamtijden zoals vermeld in Bijlage IV Reglement glijdende werktijden bibliotheek.

De dagelijkse werkuren kunnen worden gespreid over volgende dagschema, ingedeeld in glijdende werktijden en stamtijden :

maandag – dinsdag – woensdag – donderdag – vrijdag :

7.30 uur tot 9 uur : glijtijd

9 uur tot 11.30 uur : stamtijd

11.30 uur tot 14 uur : glijtijd met verplichte middagpauze van 30 minuten

14 uur tot 16 uur : stamtijd

16 uur tot 18 uur : glijtijd

(...)

Dienst der werken

Diensthoofd:

De dagelijkse werkuren kunnen worden gespreid over volgende dagschema, ingedeeld in glijdende werktijden en stamtijden zoals vermeld in Bijlage IV Reglement glijdende werktijden administratief personeel.

De dagelijkse werkuren kunnen worden gespreid over volgende dagschema, ingedeeld in glijdende werktijden en stamtijden :

maandag – dinsdag – woensdag – donderdag – vrijdag :

7.30 uur tot 8.30 uur : glijtijd

8.30 uur tot 11.30 uur : stamtijd

11.30 uur tot 13 uur : glijtijd met verplichte middagpauze van 30 minuten

13 uur tot 15.30 uur : stamtijd

15.30 uur tot 17 uur : glijtijd

Administratief personeel en administratief personeel groene lijn:

De dagelijkse werkuren kunnen worden gespreid over volgende dagschema, ingedeeld in glijdende werktijden en stamtijden zoals vermeld in Bijlage IV Reglement glijdende werktijden administratief personeel.

De dagelijkse werkuren kunnen worden gespreid over volgende dagschema, ingedeeld in glijdende werktijden en stamtijden :

maandag – dinsdag – woensdag – donderdag – vrijdag :

7.30 uur tot 8.30 uur : glijtijd

8.30 uur tot 11.30 uur : stamtijd

11.30 uur tot 13 uur : glijtijd met verplichte middagpauze van 30 minuten

13 uur tot 15.30 uur : stamtijd

15.30 uur tot 16.30 uur : glijtijd

Technisch coördinatoren:

De dagelijkse werkuren kunnen worden gespreid over volgende dagschema, ingedeeld in glijdende werktijden en stamtijden zoals vermeld in Bijlage IV Reglement glijdende werktijden technisch coördinatoren.

De dagelijkse werkuren kunnen worden gespreid over volgende dagschema, ingedeeld in glijdende werktijden en stamtijden :

maandag – dinsdag – woensdag – donderdag – vrijdag:

7.30 uur tot 8 uur : glijtijd

8 uur tot 12 uur : stamtijd

12 uur tot 12.30 uur : middagpauze

12.30 uur tot 16.06 uur : stamtijd

Artikel 4

Akkoord te gaan met de wijziging van Bijlage IV van het arbeidsreglement vanaf 1 januari 2019 als volgt:

Bijlage IV : Reglementen Glijdende Werktijden

REGLEMENT GLIJDENDE WERKTIJDEN ADMINISTRATIEF PERSONEEL

Art. 1.Vanaf 1 januari 2019 geldt het reglement glijdende werktijden van het administratief personeel voor

- het administratief en technisch personeel van het gemeentehuis

- het administratief personeel en het diensthoofd van de dienst der werken

- het administratief personeel van de groene lijn

Art. 2.De arbeidsdag omvat volgende perioden:

-periode waarin de aankomst zich situeert:

glijtijd voormiddag van 07.30 uur tot 09.00 uur

-periodes van verplichte aanwezigheid:

stamtijd voormiddag van 09.00 uur tot 11.30 uur

-periode van middagpauze, met een minimumlengte van 30 minuten:

glijtijd pauze tussen 11.30 uur en 13.30 uur

-periodes van verplichte aanwezigheid:

stamtijd namiddag van 13.30 uur tot 15.30 uur

-periode waarin het vertrek zich situeert:

glijtijd namiddag van 15.30 uur tot 17.30 uur

Art. 3.Volgende diensten zijn tevens op donderdagavond open van 16 uur tot 19 uur dienst bevolking, burgerlijke stand, technische dienst, milieudienst, cultuurdienst, jeugddienst, sportdienst en dienst systeembeheer/ICT.

Art. 4.Iemand die aankomt ná het einde van de glijtijd of vertrekt vóór het begin van de glijtijd zal als afwezig worden beschouwd en stelt zich bloot aan eventuele sancties.

Art. 5.De aanwezigheden vóór 07.30 uur en ná 17.30 uur worden niet beschouwd als werktijd. Wat de dienstverzekering op donderdagavond (16.00 uur – 19.00 uur) en zaterdagvoormiddag betreft, kunnen de gepresteerde uren worden opgenomen, ofwel in de werktijd, ofwel op een aparte lijst als compensatieverlof.

In ieder geval dienen de personeelsleden die werken op zaterdagvoormiddag gebruik te maken van de tikklok, ter registratie van de gepresteerde uren.

Art. 6.De maximale arbeidsduur bedraagt 9 uur per dag (behoudens de donderdag met avonddienst en de overurenregeling).

Als een personeelslid ’s morgens afwezig is, dan mag hij/zij niet vóór 12.30 uur met het werk beginnen.

Is het personeelslid ’s namiddags afwezig, dan moet hij/zij uiterlijk om 12.45 uur ophouden te werken.

De maximale dagprestatie voor een personeelslid dat effectief slechts een halve dag presteert, bedraagt 5 uur (behoudens de donderdag met avonddienst en de overurenregeling).

Art. 7.De te presteren arbeidstijd bedraagt gemiddeld 7 uur 36 minuten per dag (3 uur 48 minuten voor het halftijds personeelslid).

Voor de berekening hiervan komen in aanmerking:

-de prestaties geleverd op de gemeentelijke diensten tijdens de vier perioden van de arbeidsdag

-de wettelijke verlofdagen, de dagen omstandigheidsverlof, compensatieverlof, studiedagen, ziektedagen en andere dagen van gewettigde afwezigheid

Deze dagen komen in aanmerking à rato van 7 uur 36 minuten per volledige dag en van 3 uur 48 minuten per halve dag afwezigheid.

In geval van ziekte in de loop van de arbeidsdag wordt als arbeidsongeschiktheid beschouwd: de normaal te werken tijd of standaardtijd voor het personeelslid tijdens deze   arbeidsdag min de reeds effectief gewerkte tijd. In voorkomend geval wordt bij het verlaten van het werk uitgetikt.

Art. 8.De standaardtijd bedraagt 38 uren per week.

Het tekort of overschotsaldo wordt bepaald door het verschil te maken tussen de werkelijke gepresteerde tijd en de standaardtijd.

Art. 9.Op het einde van iedere maand mag het aantal uren in overschot niet meer bedragen dan 12, behoudens de donderdagavonddienst en de overurenregeling.

Het aantal uren in tekort mag niet meer zijn dan 8.

Dit overschot of tekort wordt overgedragen naar de volgende maand.

Het aantal uren dat in teveel het maximum (12) overtreft, wordt automatisch afgetrokken, tenzij het personeelslid duidelijk aanwijsbare redenen kan opgeven die door zijn/haar diensthoofd worden aanvaard.

Het personeelslid heeft de mogelijkheid om, op het einde van de maand, het aantal uren in tekort aan te zuiveren met uren compensatieverlof van overuren.

Het aantal uren dat het minimum uren (8) overtreft, wordt wel overgedragen.  Bij het einde van de volgende maand moeten deze uren onder het minimum zijn ingelopen, zoniet stelt het personeelslid zich bloot aan eventuele sancties.

Art.10.Alle personeelsleden moeten minstens éénmaal op het einde van elk semester een positief of nulsaldo hebben.

Bij uitdiensttreding dient eveneens een positief of nulsaldo te zijn bereikt.

Art.11.Het personeelslid dat uren teveel gepresteerd heeft, kan deze recupereren in glijverlof (zij worden echter niet betaald).

Indien het personeelslid minimum 3 uur 48 minuten teveel gepresteerd heeft, kan hiervoor een halve dag glijverlof genomen worden.  Per maand worden niet meer dan 3 halve dagen of 1 hele en 1 halve dag glijverlof toegestaan.

Dit verlof wordt toegestaan door het diensthoofd, rekening houdend met de goede werking van de dienst.

Een positief urensaldo kan eveneens worden gerecupereerd in glijtijd.

Art.12.De registratie van de gewerkte uren gebeurt door verplicht gebruik van een tikklok.

Art.13.De invoering van het systeem van flexibele werkuren mag geen nadelige gevolgen hebben op de verplichtingen van de dienst t.a.v. het publiek of t.a.v. overige diensten.

De loketten zijn geopend alle dagen van 09.00 uur tot 12.30 uur doorlopend, op woensdagmiddag van 13.30 uur tot 15.30 uur en donderdagavond van 16.00 uur tot 19.00 uur.

Groene lijn: Tijdens de openingsuren van de groene lijn dient de dienst steeds verzekerd te zijn door het personeel dat daartoe aangewezen werd, d.i. iedere werkdag doorlopend van 8 uur tot 16 uur.

(...)

REGLEMENT GLIJDENDE WERKTIJDEN ADMINISTRATIEF PERSONEEL VRIJETIJDSDIENSTEN

Art.1.Vanaf 1 juli 2009 wordt het stelsel van de glijdende werktijden ingevoerd voor het administratief personeel van de vrijetijdsdiensten (Cultuur, Sport, Jeugd, Evenementen, Toerisme en vrijwilligers) onder de hierna vermelde voorwaarden.

(...)

REGLEMENT WERKREGIME ADMINISTRATIEF PERSONEEL EN DIENSTHOOFD DIENST DER WERKEN

Art.1. Vanaf 1 juli 2005 wordt het stelsel van de glijdende werktijden ingevoerd voor het administratieve personeel en het diensthoofd van de Dienst der Werken onder de hiernavermelde voorwaarden.

Art. 2. De arbeidsdag omvat vier perioden:

     Voor het administratieve personeel:

    periode waarin de aankomst zich situeert:

van 07.30 uur tot 08.30 uur = glijtijd

    periodes van verplichte aanwezigheid:

van 08.30 uur tot 11.30 uur en

van 13.00 uur tot 15.30 uur = stamtijd

    periode van middagpauze, met een minimumlengte van 30 minuten,

tussen 11.30 uur en 13.00 uur.

    periode waarin het vertrek zich situeert:

van 15.30 uur tot 16.30 uur = glijtijd

Voor het diensthoofd:

    periode waarin de aankomst zich situeert:

van 07.30 uur tot 08.30 uur = glijtijd

    periodes van verplichte aanwezigheid:

van 08.30 uur tot 11.30 uur en

van 13.00 uur tot 15.30 uur = stamtijd

    periode van middagpauze, met een minimumlengte van 30 minuten,

tussen 11.30 uur en 13.00 uur.

    periode waarin het vertrek zich situeert:

van 15.30 uur tot 17.00 uur = glijtijd

Art. 3. Iemand die aankomt ná het einde van de glijtijd of vertrekt vóór het begin van de glijtijd zal als afwezig worden beschouwd en stelt zich bloot aan eventuele sancties.

Art. 4. De aanwezigheden vóór 07.30 uur en voor het administratieve personeel ná 16.30 uur en voor het diensthoofd ná 17.00 uur worden niet beschouwd als werktijd. Onderling wordt afgesproken dat minstens 1 personeelslid aanwezig is om 08.00 uur en 1 personeelslid tot 16.06 uur aanwezig blijft.

Art. 5. De maximale arbeidsduur bedraagt 9 uur per dag.

     Als een personeelslid ’s morgens afwezig is, dan mag hij/zij niet vóór 12.30 uur met het werk               beginnen.

     Is het personeelslid ’s namiddags afwezig, dan moet hij/zij uiterlijk om 12.30 uur ophouden te               werken.

     De maximale dagprestatie voor een personeelslid dat effectief slechts een halve dag presteert,               bedraagt 5               uur.

Art. 6. De te presteren arbeidstijd bedraagt gemiddeld 7 uur 36 minuten per dag (3 uur 48 minuten voor               het halftijds personeelslid).

     Voor de berekening hiervan komen in aanmerking:

    de prestaties geleverd op de gemeentelijke diensten tijdens de vier perioden van de arbeidsdag.

    de wettelijke verlofdagen, de dagen omstandigheidsverlof, compensatieverlof, studiedagen, ziektedagen en andere dagen van gewettigde afwezigheid.

Deze dagen komen in aanmerking à rato van 7 uur 36 minuten per volledige dag en van 3 uur 48 minuten per halve dag afwezigheid.

In geval van ziekte in de loop van de arbeidsdag wordt als arbeidsongeschiktheid beschouwd: de normaal te werken tijd of standaardtijd voor het personeelslid tijdens deze arbeidsdag min de reeds effectief gewerkte tijd. In voorkomend geval wordt bij het verlaten van het werk uitgetikt.

       

Art. 7. De standaardtijd bedraagt 38 uren per week.

Het tekort of overschotsaldo wordt bepaald door het verschil te maken tussen de werkelijke gepresteerde tijd en de standaardtijd.

Art. 8. Op het einde van iedere maand mag het aantal uren in overschot niet meer bedragen dan 10, behoudens de overurenregeling.

Het aantal uren in tekort mag niet meer zijn dan 8.

Dit overschot of tekort wordt overgedragen naar de volgende maand.

Het aantal uren dat in teveel het maximum (10) overtreft, wordt automatisch afgetrokken, tenzij het personeelslid duidelijk aanwijsbare redenen kan opgeven die door zijn/haar diensthoofd worden aanvaard.

Het personeelslid heeft de mogelijkheid om, op het einde van de maand, het aantal uren in tekort aan te zuiveren met uren compensatieverlof van overuren.

Het aantal uren dat het minimum uren (8) overtreft, wordt wel overgedragen.  Bij het einde van de volgende maand moeten deze uren onder het minimum zijn ingelopen, zoniet stelt het personeelslid zich bloot aan eventuele sancties.

Art. 9. Alle personeelsleden moeten minstens éénmaal op het einde van elk semester een positief of nulsaldo hebben.

     Bij uitdiensttreding dient eveneens een positief of nulsaldo te zijn bereikt.

Art. 10.Het personeelslid dat uren teveel gepresteerd heeft, kan deze recupereren in glijverlof (zij worden echter niet betaald).

Indien het personeelslid minimum 3 uur 48 minuten teveel gepresteerd heeft, kan hiervoor een   halve dag (3 uur 48 minuten) glijverlof genomen worden.  Per maand worden niet meer dan 3 halve dagen of 1 hele               en 1 halve dag glijverlof toegestaan.

Dit verlof wordt toegestaan door het diensthoofd, rekening houdend met de goede werking van  de dienst.

Een positief urensaldo kan eveneens worden gerecupereerd in glijtijd.

Art. 11.De registratie van de gewerkte uren gebeurt door verplicht gebruik van een tikklok.

Reglementair tikken houdt in dat het personeelslid tot aanvang stamtijd kan intikken (dus tot 08.30 uur of               tot 13.00 uur) en vanaf einde stamtijd kan uittikken (dus vanaf 11.30 uur of 15.30 uur). Het personeelslid               dat na aanvang stamtijd intikt en voor einde stamtijd uittikt, stelt zich bloot aan eventuele sancties.

Het tikken is persoonlijk en mag niet door derden gebeuren. Bij misbruik stelt men zich bloot aan eventuele sancties.

Art. 12.De invoering van het systeem van flexibele werkuren mag geen nadelige gevolgen hebben op de               verplichtingen van de dienst t.a.v. het publiek of t.a.v. overige diensten.

REGLEMENT GLIJDENDE WERKTIJDEN ADMINISTRATIEF  PERSONEEL GROENE LIJN

Art.   1.Vanaf 01 januari 2012 wordt het stelsel van de glijdende werktijden ingevoerd voor het administratief personeel van de groene lijn onder de hierna vermelde voorwaarden.

Art.    2.     De arbeidsdag van de personeelsleden omvat vier perioden:

    periode waarin de aankomst zich situeert:

van 07.30 uur tot 08.30 uur = glijtijd

    periodes van verplichte aanwezigheid:

van 08.30 uur tot 11.30 uur en

van 13.00 uur tot 15.30 uur.

    de aanwezigheid is eveneens verplicht tijdens de openingsuren waarvoor het personeelslid ingevolge het dienstrooster instaat voor de permanentie van de telefoonlijn.

    periode van middagpauze, met een minimumlengte van 30 minuten,

tussen 11.30 uur en 13.00 uur.

    periode waarin het vertrek zich situeert:

van 15.30 uur tot 16.30 uur = glijtijd

Art.    3.    Iemand die aankomt ná het einde van de glijtijd of vertrekt vóór het begin van de glijtijd zal als afwezig worden beschouwd en stelt zich bloot aan eventuele sancties.

Art.    4.    De aanwezigheden vóór 07.30 uur en na 16.30 uur worden niet beschouwd als werktijd. Onderling wordt afgesproken dat minstens 1 van de personeelsleden aanwezig is tussen 8 uur en 16 uur.

Art.    5.    De maximale arbeidsduur bedraagt 9 uur per dag

Als een personeelslid ’s morgens afwezig is, dan mag hij/zij niet vóór 12.30 uur met het werk beginnen.

Is het personeelslid ’s namiddags afwezig, dan moet hij/zij uiterlijk om 12.30 uur ophouden te werken.

Art.   6.   De te presteren arbeidstijd bedraagt gemiddeld 7 uur 36 minuten per dag (3 uur 48 minuten voor het halftijds personeelslid).

Voor de berekening hiervan komen in aanmerking:

    de prestaties geleverd op de gemeentelijke diensten tijdens de vier perioden van de arbeidsdag.

    de wettelijke verlofdagen, de dagen omstandigheidsverlof, compensatieverlof, studiedagen, ziektedagen en andere dagen van gewettigde afwezigheid.

Deze dagen komen in aanmerking à rato van 7 uur 36 minuten per volledige dag en van 3 uur 48 minuten per halve dag afwezigheid.

     In geval van ziekte in de loop van de arbeidsdag wordt als arbeidsongeschiktheid beschouwd: de normaal te werken tijd of standaardtijd voor het personeelslid tijdens deze arbeidsdag min de reeds effectief gewerkte tijd. In voorkomend geval wordt bij het verlaten van het werk uitgetikt

Art.   7.     Op het einde van iedere maand mag het aantal uren in overschot niet meer bedragen dan 12.

Het aantal uren in tekort mag niet meer zijn dan 8.

Dit overschot of tekort wordt overgedragen naar de volgende maand.

Het aantal uren dat in teveel het maximum (12) overtreft, wordt automatisch afgetrokken, tenzij het personeelslid duidelijk aanwijsbare redenen kan opgeven die door zijn/haar diensthoofd worden aanvaard.

Het personeelslid heeft de mogelijkheid om, op het einde van de maand, het aantal uren in tekort aan te zuiveren met uren compensatieverlof van overuren.

Het aantal uren dat het minimum uren (8) overtreft, wordt wel overgedragen.  Bij het einde van de volgende maand moeten deze uren onder het minimum zijn ingelopen, zoniet stelt het personeelslid zich bloot aan eventuele sancties.

Art.   8.    Alle personeelsleden moeten minstens éénmaal op het einde van elk semester een positief of nulsaldo                 hebben.

Bij uitdiensttreding dient eveneens een positief of nulsaldo te zijn bereikt.

Art.   9.  Het personeelslid dat uren teveel gepresteerd heeft, kan deze recupereren in glijverlof (zij worden               echter niet betaald).

Indien het personeelslid minimum 3 uur 48 minuten teveel gepresteerd heeft, kan hiervoor een halve dag glijverlof genomen worden.  Per maand worden niet meer dan 3 halve dagen of 1 hele en 1 halve               dag glijverlof toegestaan.

Dit verlof wordt toegestaan door het diensthoofd, rekening houdend met de goede werking van de dienst.

Art. 10.  De registratie van de gewerkte uren gebeurt door verplicht gebruik van een tikklok.

Art. 11. De invoering van het systeem van flexibele werkuren mag geen nadelige gevolgen hebben op de verplichtingen van de dienst t.a.v. het publiek.

REGLEMENT WERKREGIME TECHNISCH COÖRDINATOREN DIENST DER WERKEN

Art. 1.Vanaf 1 januari 2019 is dit reglement glijdende werktijden van toepassing op de personeelsleden bij de dienst der werken met de graad van technisch coördinator (C4 – C5).

Indien de leiding van een afdeling ingevolge afwezigheid van de technisch coördinator wordt overgenomen door een werkleider, dan is dit reglement gedurende de periode van afwezigheid van toepassing op de werkleider die de leiding overneemt. Met ingang van 1 juli 2005 werd voor de werkleiders van de dienst der werken dit stelsel van de beperkte glijdende werktijden, zoals vastgesteld in dit reglement ingevoerd. Ingevolge wijziging van de personeelsformatie van de technische graden is dit reglement enkel van toepassing op de werkleiders bij de dienst der werken die voorafgaand aan de opnieuw vaststelling van deze personeelsformatie reeds de graad van werkleider (C1 – C2 – C3) hadden tenzij de leiding van hun afdeling bij de dienst der werken wordt overgenomen door een personeelslid met de graad van technisch coördinator. Vanaf de datum dat deze leiding wordt overgenomen door een technisch coördinator zal de betrokken werkleider dan vallen onder het reglement werkregime arbeiders dienst der werken.

Art. 2.De arbeidsdag omvat volgende perioden:

-periode waarin de aankomst zich situeert:

glijtijd voormiddag van 07.00 uur tot 08.30 uur

-periodes van verplichte aanwezigheid:

stamtijd voormiddag van 08.30 uur tot 11.00 uur

-periode van middagpauze, met een minimumlengte van 30 minuten:

glijtijd pauze tussen 11.00 uur en 13.00 uur

-periodes van verplichte aanwezigheid:

stamtijd namiddag van 13.00 uur tot 15.00 uur

-periode waarin het vertrek zich situeert:

glijtijd namiddag van 15.00 uur tot 17.00 uur

Art. 3.Iemand die aankomt ná aanvang van de stamtijd of vertrekt vóór het einde van de stamtijd zal als afwezig worden beschouwd en stelt zich bloot aan eventuele sancties.

Art. 4.De aanwezigheden vóór 07.30 07.00 uur en ná 16.06  17.00 uur worden niet beschouwd als werktijd.

Art. 5.De maximale arbeidsduur bedraagt 8 uur en 6 minuten 9 uur per dag.

Als een personeelslid ’s morgens afwezig is, dan mag hij/zij niet vóór 12.3012.00 uur met het werk beginnen.

Is het personeelslid ’s namiddags afwezig, dan moet hij/zij uiterlijk om 12.00 uur ophouden te werken.

De maximale dagprestatie voor een personeelslid dat effectief slechts een halve dag presteert, bedraagt 5 uur (behoudens de overurenregeling).

Art. 6.De te presteren arbeidstijd bedraagt minimum 7 uur 36 minuten per dag. In de voormiddag maximum 4 uur               en 30 minuten en de namiddag 3 uur en 36 minuten.gemiddeld 7 uur 36 minuten per dag (3 uur 48 minuten voor het halftijds personeelslid).

Voor de berekening hiervan komen in aanmerking:

-de prestaties geleverd op de gemeentelijke diensten tijdens de drie vier perioden van de arbeidsdag

-de wettelijke verlofdagen, de dagen omstandigheidsverlof, compensatieverlof, studiedagen, ziektedagen en andere dagen van gewettigde afwezigheid.

Deze dagen komen in aanmerking à rato van 7 uur 36 minuten per volledige dag en van 3 uur en 48 minuten per halve namiddag afwezigheid.

In geval van ziekte in de loop van de arbeidsdag wordt als arbeidsongeschiktheid beschouwd: de normaal te werken tijd of standaardtijd voor het personeelslid tijdens deze arbeidsdag min de reeds effectief gewerkte tijd. In voorkomend geval wordt bij het verlaten van het werk uitgetikt.

Art. 7.De standaardtijd bedraagt 38 uren per week.

Het overschotsaldo wordt bepaald door het verschil te maken tussen de werkelijke gepresteerde tijd en de standaardtijd.

Art. 8.Op het einde van iedere maand mag het aantal uren in overschot niet meer bedragen dan 10  12, behoudens de overurenregeling. Het aantal uren in tekort mag niet meer zijn dan 8.

Dit overschot of tekort wordt overgedragen naar de volgende maand.

Het aantal uren dat in teveel het maximum (10  12) overtreft, wordt automatisch afgetrokken, tenzij het personeelslid duidelijk aanwijsbare redenen kan opgeven die door zijn/haar diensthoofd worden aanvaard.

Het personeelslid heeft de mogelijkheid om, op het einde van de maand, het aantal uren in tekort aan te zuiveren met uren compensatieverlof van overuren.

Het aantal uren dat het minimum uren (8) overtreft, wordt wel overgedragen. Bij het einde van de volgende maand moeten deze uren onder het minimum zijn ingelopen, zo niet stelt het personeelslid zich bloot aan eventuele sancties.

Art. 9.Alle personeelsleden moeten minstens éénmaal op het einde van elk semester een positief of nulsaldo hebben. Bij uitdiensttreding dient eveneens een positief of nulsaldo te zijn bereikt.

Art.10.Het personeelslid dat uren teveel gepresteerd heeft, kan deze recupereren in glijverlof (zij worden echter niet betaald

Indien het personeelslid minimum 3 uur 48 minuten teveel gepresteerd heeft, kan hiervoor een halve dag glijverlof genomen worden.  Per maand worden niet meer dan 3 halve dagen of 1 hele en 1 halve dag glijverlof toegestaan.

Dit verlof wordt toegestaan door het diensthoofd, rekening houdend met de goede werking van de dienst.

Een positief urensaldo kan eveneens worden gerecupereerd in glijtijd.

Dit glijverlof kan opgenomen worden in halve dagen. Een voormiddag bedraagt 4 uren en namiddag bedraagt 3 uur en 36 minuten. Per maand worden niet meer dan 3 halve dagen of 1 hele en 1 halve dag glijverlof toegestaan.

Dit verlof wordt toegestaan door het diensthoofd, rekening houdend met de goede werking van de dienst.

Art.11.De registratie van de gewerkte uren gebeurt door verplicht gebruik van een tikklok.

Reglementair tikken houdt in dat het personeelslid tot aanvang stamtijd kan intikken (dus tot 08.00 uur of               tot 12.30 uur) en vanaf einde stamtijd kan uittikken (dus vanaf 12.00 uur of 16.06 uur). Het personeelslid dat na aanvang stamtijd intikt en voor einde stamtijd uittikt, stelt zich bloot aan eventuele sancties.

Het tikken is persoonlijk en mag niet door derden gebeuren. Bij misbruik stelt men zich bloot aan eventuele sancties.

Art.12.De invoering van het systeem van flexibele werkuren mag geen nadelige gevolgen hebben op de verplichtingen van de dienst t.a.v. het publiek of t.a.v. overige diensten

Bijlage IVbis: Reglement werkregime arbeider dienst der werken (andere nummering)

(...)

Artikel 5

Dit besluit overeenkomstig de geldende bepalingen over te maken aan de diensten van de Inspectie Sociale Wetten en Sociale Inspectie.

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 31 JANUARI 2019

TELEFONISCHE BEREIKBAARHEID PERSONEELSLEDEN

Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 24 maart 2016 houdende de vaststelling van het reglement met betrekking tot de telefonische bereikbaarheid van personeelsleden, laatst gewijzigd door de gemeenteraad op 26 juni 2018;

Overwegende dat de medewerkers van de communicatiedienst alsook de beleidsondersteuner van de academie buiten hun normale werkuren opgeroepen kunnen worden;

Overwegende dat zij hiervoor kunnen beschikken over een GSM met abonnement van de gemeente;

Overwegende dat deze regeling niet praktisch is; dat zij liever hun persoonlijke GSM/smartphone zouden gebruiken, mits een vergoeding van 20 euro per maand hiervoor;

Gelet op het akkoord van het college van 2 oktober 2018 om de medewerkers van de communicatiedienst en de beleidsondersteuner van de academie op te nemen in de lijst van personeelsleden die telefonisch bereikbaar moeten zijn en hiervoor een forfaitaire vergoeding krijgen van 20 euro per maand;

Gelet op het protocol nr 26/2018 van het syndicaal onderhandelingscomité van 4 december 2018;

Gelet op de gevoerde bespreking;

Besluit: met 31 stemmen ja (eenparig)

Maarten De Veuster, Iefke Hendrickx, Wouter Rombouts, Charlotte Klima, Paul Valkeniers, Paul De Swaef, Walter Brat, Véronique D'Exelle, Kurt Vermeiren, Erik Block, Piet Bouciqué, Ilse Stockbroekx, Peter Arnauw, Bert Batens, Pieter Gielis, Nadine Van Mol, Kathelijne Peeters, Tom Van Grieken, Maya De Backer, Christof Victor, Dieter Peeters, Catharina Van Osta, Sandra Lauryssen, Lieselotte Decroix, Kris Oversteyns, Tommy Van Look, Niels Broeckx, Patrick Molle, Jean-Pierre Vanaken, Olivier Coppens, Lieven De Smetstemmen ja.

Artikel 1

Het reglement telefonische bereikbaarheid personeelsleden opnieuw vast te stellen als volgt:

Art.  1.-Volgende personeelsleden van de gemeente Schoten dienen bereikbaar te zijn, hetzij via vaste telefoonaansluiting, hetzij via gsm:

de algemeen directeur

de financieel directeur

het afdelingshoofd interne zaken

de systeembeheerder

de technische medewerker systeembeheer

de milieuambtenaar

de beleidsmanager grondgebiedzaken

de coördinator integrale veiligheid

de stafmedewerker integrale veiligheid

de stafmedewerker communicatiedienst

de eerste sportfunctionaris

de jeugdconsulent

het diensthoofd dienst der werken

de technisch coördinatoren van de dienst der werken

de conciërges

de technisch opzichter

bode

hoofdbode

de medewerkers van de communicatiedienst

de beleidsondersteuner van de academie

Art.  2.-De in artikel 1 genoemde personeelsleden dienen het telefoon- of gsm-nummer waarop zij bereikbaar zijn ter beschikking te stellen van het college van burgemeester en schepenen.

Art.  3.-Als compensatie voor de kosten van abonnement en in het belang van de gemeente gevoerde gesprekken, wordt een forfaitair bedrag van 20 euro per maand terugbetaald aan de in artikel 1 genoemde personeelsleden, dit uitgezonderd de in artikel 4 en 5 genoemde personeelsleden.

Art.  4.-Diensthoofd dienst der werken, de technisch coördinatoren en de conciërge krijgen de beschikking over een gsm van de gemeente. Abonnement en beltegoed van 3 uren per maand worden ten laste genomen door de gemeente voor alle personeelsleden die de beschikking hebben over een gsm van de gemeente. Alle gesprekken boven 3 uren per maand worden rechtstreeks aan het betrokken personeelslid gefactureerd. Ook alle buitenlandse gesprekken en sms’en worden ten laste gelegd van het betrokken personeelslid, tenzij wordt aangetoond dat deze gesprekken werden gevoerd in het belang van het werk. Zij hebben geen recht op de in artikel 3 bepaalde vergoeding.

Art.  5.-Hebben eveneens geen recht op de in artikel 3 bepaalde vergoeding, de personeelsleden die over een gemeentelijke gsm beschikken waarbij abonnement/telefoonkaart/gesprekken ten laste worden genomen door de gemeente.

Art.  6.-De leden van het managementteam krijgen een tablet of een portable ter beschikking waarvoor de gemeente de aankoop en alle bijhorende kosten ten laste neemt, teneinde de opvolging van hun e-mailverkeer ook buiten de werkuren mogelijk te maken.

Artikel 2

De ingangsdatum van het nieuwe reglement te bepalen op 1 januari 2019.

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 31 JANUARI 2019

AANWERVINGSVOORWAARDE FINANCIEEL DIRECTEUR

Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 29 maart 2018 houdende de openverklaring van de functie van financieel directeur om te begeven bij wijze van aanwerving;

Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 26 juni 2018 houdende de aanwervingsvoorwaarden voor deze functie;

Gelet op artikel 585, § 2 van het Decreet Lokaal Bestuur dat bepaalt dat indien op 1 augustus 2018 geen financieel directeur is aangesteld, de gemeenteraad op de eerstvolgende vergadering die volgt op de installatievergadering van de gemeenteraad na de algehele vernieuwing van de gemeenteraad de procedure tot invulling van het ambt verder zet;

Gelet op artikel 589, §3, al. 1 van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017;

Overwegende dat artikel 589 , § 3, al. 1 impliceert dat een financieel beheerder die niet is aangesteld als financieel directeur (in het eigen bestuur) in zowel het eigen als een ander bestuur geacht wordt te voldoen aan de aanwervingsvoorwaarden, doch “in concurrentie met andere kandidaten”.

Overwegende dat er uitdrukkelijk op wordt gewezen dat het gaat om de persoon die niet wordt aangesteld als financieel directeur, zelfs indien hij geen kandidaat was; dat dit impliceert dat de uittredende financieel beheerders zich slechts op de vrijstelling van de aanwervingsvoorwaarden kunnen beroepen, indien in hun bestuur de financieel directeur reeds is aangesteld; dat voor de uittredende financieel beheerders van de eigen besturen (gemeente en OCMW) die vrijstelling bij de eerste aanstelling van een financieel directeur niet geldt;

Overwegende dat de regeling van artikel 589 , § 3, al. 1 van het Decreet Lokaal Bestuur impliceert dat er een onderscheid moet worden gemaakt tussen de strikte aanwervingsvoorwaarden – waaraan de “uittredende” financieel beheerders die in het eigen bestuur niet zijn aangesteld als financieel directeur geacht worden te voldoen - en de selectie van de meest geschikte kandidaat na een vergelijking van de titels en verdiensten van de kandidaten; dat de aanwervingsvoorwaarden in deze hypothese daarom alleen niet volstaan om de meest geschikte kandidaat te selecteren;

Overwegende dat alle kandidaten die zich niet kunnen beroepen op artikel 589, §3, al. 1 van het Decreet Lokaal Bestuur de aanwervingsprocedure doorlopen zoals geregeld door de gemeenteraadsbeslissing van 26 juni 2018;

Overwegende dat dit het doorlopen van een vergelijkende selectieproef behelsde omvattende een schriftelijk gedeelte, een mondeling gedeelte en een assessment op basis van de competenties in het functie- en competentieprofiel vastgelegd;

Overwegende dat 1 kandidaat slaagde voor alle selectieproeven;

Overwegende dat in principe deze als eerste gerangschikte geslaagde kandidaat kan worden aangesteld in de te begeven functie;

Overwegende dat dit in casu niet zonder meer mogelijk is, daar er nog een andere kandidaat is die niet heeft moeten deelnemen aan de selectieproef in toepassing van artikel 589, § 3, al.1 van het Decreet Lokaal Bestuur;

Overwegende dat bijgevolg het bestuur nog de titels en verdiensten moet vergelijken van deze van de selectieproef vrijgestelde kandidaat met de als eerste gerangschikte geslaagde kandidaat van de selectieproef;

Overwegende dat het bestuur een objectieve vergelijking van de titels en verdiensten van de kandidaten moet maken; dat noch het Decreet Lokaal Bestuur, noch de memorie van toelichting richtlijnen bevat over deze vergelijking;

Overwegende dat het bestuur hierbij over een ruime discretionaire bevoegdheid beschikt, die echter de redelijkheid als grens heeft;

Overwegende dat gelet op de aard van het ambt – één van de hiërarchisch hoogst geplaatste en belangrijkste ambten binnen de gemeente – een vergelijking van de kandidaten op vlak van diploma’s en loutere kennis vereist voor het ambt minder pertinent is; dat zowel wie op dergelijk niveau reeds het ambt van financieel beheerder uitoefende, als wie slaagt in de selectieproef wordt geacht over de vereiste vakkennis te beschikken;

Overwegende dat het belangrijker is voor het ambt dat de kandidaat beschikt over de vereiste competenties, zoals vastgesteld in de functiebeschrijving; dat het toetsen aan de vereiste competenties uit de functiebeschrijving, daarom een belangrijk en pertinent beoordelingscriterium is;

Overwegende dat het meest aangewezen is dat de vereiste competenties worden beoordeeld en vooral onderling vergeleken via een assessment door een externe derde met ervaring in die materie;

Overwegende dat vereist is dat dergelijk assessment niet louter leidt tot een beoordeling “(on)geschikt” – van de selectieproef vrijgestelde kandidaten mogen immers niet als “ongeschikt” worden beoordeeld - maar dat de kandidaten effectief worden vergeleken en dat op basis daarvan dus een rangorde wordt opgesteld via de formeel gemotiveerde toekenning van punten;

Gaat over tot de stemming over het amendement van raadslid Kurt Vermeiren om de huidige procedure te staken:

Er is één ja stem over dit amendement, 27 neen stemmen en 3 onthoudingen

Kurt Vermeiren stemt ja.

Maarten De Veuster, Iefke Hendrickx, Wouter Rombouts, Charlotte Klima, Paul Valkeniers, Paul De Swaef, Walter Brat, Véronique D'Exelle, Erik Block, Piet Bouciqué, Ilse Stockbroekx, , Bert Batens, Pieter Gielis, Nadine Van Mol, Kathelijne Peeters, Tom Van Grieken,  Christof Victor, Dieter Peeters, Catharina Van Osta, Sandra Lauryssen, Lieselotte Decroix, Kris Oversteyns, Tommy Van Look, Niels Broeckx, Patrick Molle, Jean-Pierre Vanaken, , Lieven De Smet stemmen neen.

 

Peter Arnauw, Maya De Backer, Olivier Coppens onthouden zich

 

Besluit: het amendement van raadslid Kurt Vermeiren te verwerpen.

Besluit: met 30 stemmen ja, tegen 1 stem neen

Maarten De Veuster, Iefke Hendrickx, Wouter Rombouts, Charlotte Klima, Paul Valkeniers, Paul De Swaef, Walter Brat, Véronique D'Exelle, Erik Block, Piet Bouciqué, Ilse Stockbroekx, Peter Arnauw, Bert Batens, Pieter Gielis, Nadine Van Mol, Kathelijne Peeters, Tom Van Grieken, Maya De Backer, Christof Victor, Dieter Peeters, Catharina Van Osta, Sandra Lauryssen, Lieselotte Decroix, Kris Oversteyns, Tommy Van Look, Niels Broeckx, Patrick Molle, Jean-Pierre Vanaken, Olivier Coppens, Lieven De Smetstemmen ja.

Kurt Vermeirenstemt neen.

Enig artikel

Akkoord te gaan om na de selectieproeven van de aanwervingsprocedure over te gaan tot een vergelijking van titels en verdiensten van de als eerste gerangschikte kandidaat en de kandidaat die zich op artikel 589, § 3, al. 1 van het Decreet Lokaal Bestuur kan beroepen. Om deze vergelijking zo objectief mogelijk te laten verlopen, wordt de kandidaat die zich op artikel 589, §3 van het Decreet Lokaal bestuur beroept, onderworpen aan eenzelfde assessment als dat waaraan de kandidaat uit de aanwervingsprocedure werd onderworpen.

Dit assessment wordt gequoteerd op 40 punten (cfr. de puntenverdeling van de selectieproeven uit de aanwervingsvoorwaarden voor de functie van financieel directeur).

Aan de uitvoerder van het assessment wordt gevraagd de kandidaten onderling te vergelijken aan de hand van de competenties vastgelegd in het functie- en competentieprofiel en een rangorde van de kandidaten op te stellen.

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 31 JANUARI 2019

OVEREENKOMST PRECAIR GEBRUIK (BEZETTING TER BEDE)

Overwegende dat de gemeentelijke dienst der werken nood heeft aan ruimte om tijdelijk materiaal op te slagen dat nu op het binnenplein van de vroegere jongensschool is gestockeerd;

Overwegende dat de familie Van den Bergh, eigenaars van de site naast de school (vroeger bussen Van den Bergh en Saab garage), in afwachting van de start van een vastgoedontwikkeling op hun perceel aan de Lodewijk Weijtenstraat 84A, bereid zijn om tijdelijk aan de gemeente dit perceel ter beschikking te stellen voor de buitenstockage van het gemeentelijk materiaal;

Gelet op het ontwerp van overeenkomst van precair gebruik (bezetting ter bede) waarbij de afspraken tussen de familie Van den Bergh en de gemeente Schoten juridisch worden vastgesteld;

Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 22 januari 2019;

Gelet op de gevoerde bespreking;

Besluit: met 31 stemmen ja (eenparig)

Maarten De Veuster, Iefke Hendrickx, Wouter Rombouts, Charlotte Klima, Paul Valkeniers, Paul De Swaef, Walter Brat, Véronique D'Exelle, Kurt Vermeiren, Erik Block, Piet Bouciqué, Ilse Stockbroekx, Peter Arnauw, Bert Batens, Pieter Gielis, Nadine Van Mol, Kathelijne Peeters, Tom Van Grieken, Maya De Backer, Christof Victor, Dieter Peeters, Catharina Van Osta, Sandra Lauryssen, Lieselotte Decroix, Kris Oversteyns, Tommy Van Look, Niels Broeckx, Patrick Molle, Jean-Pierre Vanaken, Olivier Coppens, Lieven De Smetstemmen ja.

Enig artikel

Akkoord te gaan om met de familie Van den Bergh een overeenkomst van gebruik (bezetting ter bede) af te sluiten voor een duur van 12 maanden waarbij het perceel aan de Lodewijk Weijtenstraat 84A te Schoten, kadastraal gekend als 2de afdeling, sectie C, nr. 278s, tijdelijk aan de gemeente ter beschikking wordt gesteld voor de buitenstockage van het gemeentelijk materiaal, tegen een bezettingsvergoeding van 200 euro per maand.

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 31 JANUARI 2019

SOCIAAL-MEDISCHE TOELAGEN AAN VOLWASSENEN MET EEN HANDICAP

Gelet op het raadsbesluit van 25 januari 2018 houdende de toekenning van een toelage van volwassenen met een handicap;

Overwegende dat het billijk is in het kader van een gemeentelijk gehandicaptenbeleid om een sociaal-medische toelage te verstrekken aan volwassenen met een handicap;

Gelet op de gevoerde bespreking;

Besluit: met 31 stemmen ja (eenparig)

Maarten De Veuster, Iefke Hendrickx, Wouter Rombouts, Charlotte Klima, Paul Valkeniers, Paul De Swaef, Walter Brat, Véronique D'Exelle, Kurt Vermeiren, Erik Block, Piet Bouciqué, Ilse Stockbroekx, Peter Arnauw, Bert Batens, Pieter Gielis, Nadine Van Mol, Kathelijne Peeters, Tom Van Grieken, Maya De Backer, Christof Victor, Dieter Peeters, Catharina Van Osta, Sandra Lauryssen, Lieselotte Decroix, Kris Oversteyns, Tommy Van Look, Niels Broeckx, Patrick Molle, Jean-Pierre Vanaken, Olivier Coppens, Lieven De Smetstemmen ja.

Artikel 1

De gemeente Schoten verleent voor het dienstjaar 2019 een sociaal-medische toelage aan de volwassenen met een handicap ingeschreven te Schoten die een vermindering van zelfredzaamheid hebben van tenminste 9 punten. Dit voor zover ze niet in een voorziening of een woonzorgcentrum ingeschreven staan en thuis verzorgd worden. De vaststelling van de vereisten zal moeten blijken uit een attest afgeleverd door de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid, bestuursdirectie van de uitkeringen aan personen met een handicap.

Artikel 2

De toelage zal betaald worden aan al de volwassenen die minstens 21 jaar zijn.

Artikel 3

De toelage is gelijk aan het quotiënt dat bekomen wordt door het budget van 80.000,00 euro, na aftrek van het budget voor de kinderen, te delen door het aantal aanvragen op de uiterste inleverdatum, zijnde 31 oktober. Ze zal in éénmaal worden uitbetaald. Wanneer de volwassene met een handicap, rechthebbende op de sociaal-medische toelage, op de dag van de uitbetaling zou overleden zijn, wordt de premie uitbetaald aan de partner die op hetzelfde adres is ingeschreven.

Artikel 4

De bestaande dossiers met erkenning voor onbepaalde duur vastgesteld voor 1 januari 2001 behouden deze toelage.

Artikel 5

Het toekennen van de toelage is steeds afhankelijk van de goedkeuring door de hogere overheid, van de daartoe in het gemeentebudget uitgetrokken kredieten.

Artikel 6

De aanvraag voor de toelage moet schriftelijk samen met het vereiste bewijsstuk ingediend worden bij het college van burgemeester en schepenen ten laatste 31 oktober van het lopende jaar.

Voor de rechthebbende volwassenen van vorige dienstjaren met een attest met onbeperkte geldigheidsduur, wordt ambtshalve tot uitbetaling overgegaan, na controle van identiteit, adres en attest door de dienst pensioenen en sociale premies.

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 31 JANUARI 2019

SOCIAAL-PEDAGOGISCHE TOELAGEN AAN KINDEREN MET EEN HANDICAP

Gelet op het raadsbesluit van 25 januari 2018 houdende toekenning van een toelage aan kinderen met een handicap;

Overwegende dat het billijk is in het kader van een gemeentelijk gehandicaptenbeleid om een sociaal-pedagogische toelage te verstrekken aan de ouders of aanverwante persoon die de opvoeding op zich neemt van een zwaar gehandicapt kind;

Gelet op de gevoerde bespreking;

Besluit: met 31 stemmen ja (eenparig)

Maarten De Veuster, Iefke Hendrickx, Wouter Rombouts, Charlotte Klima, Paul Valkeniers, Paul De Swaef, Walter Brat, Véronique D'Exelle, Kurt Vermeiren, Erik Block, Piet Bouciqué, Ilse Stockbroekx, Peter Arnauw, Bert Batens, Pieter Gielis, Nadine Van Mol, Kathelijne Peeters, Tom Van Grieken, Maya De Backer, Christof Victor, Dieter Peeters, Catharina Van Osta, Sandra Lauryssen, Lieselotte Decroix, Kris Oversteyns, Tommy Van Look, Niels Broeckx, Patrick Molle, Jean-Pierre Vanaken, Olivier Coppens, Lieven De Smetstemmen ja.

Artikel 1

Een sociaal-pedagogische toelage toe te kennen voor het dienstjaar 2019 aan de moeder, wonende te Schoten, die de lasten van opvoeding en verzorging van kind(eren) met een zware handicap op zich neemt.

Bij ontstentenis van de moeder komt hiertoe in aanmerking de vader of de verwante persoon bij wie het kind is opgenomen. Deze toelage wordt toegekend omwille voor de bijzondere zorgen die deze kinderen vereisen.

De kinderen met een handicap dienen eveneens ingeschreven te zijn in Schoten en mogen niet in een voorziening ingeschreven staan.

Deze toelage zal verstrekt worden aan de kinderen van 0 tot en met 21 jaar.

De kinderen dienen te genieten van verhoogde kinderbijslag of de zorgtoeslag voor kinderen met specifieke ondersteuningsbehoefte.

De vaststelling van de handicap zal moeten blijken uit het attest afgeleverd door de FOD Sociale Zekerheid, het kinderbijslagfonds of het attest zorgtoeslag voor specifieke ondersteuningsbehoefte.

Artikel 2

De toelage bedraagt 246,00 euro per gehandicapt kind en per jaar en zal in eenmaal uitbetaald worden.

Artikel 3

Het toekennen en uitbetalen van de toelage is steeds afhankelijk van de goedkeuring door de hogere overheid, van de daartoe in het gemeentebudget uitgetrokken kredieten.

Artikel 4

De aanvraag om toelage moet schriftelijk samen met het vereiste bewijsstuk ingediend worden bij het college van burgemeester en schepenen uiterlijk op 31 oktober van het lopende jaar.

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 31 JANUARI 2019

GEMEENTELIJKE TUSSENKOMST INCONTINENTIE EN NIERDIALYSE

Gelet op het raadsbesluit van 25 januari 2018 houdende toekenning van een gemeentelijke tussenkomst voor incontinentie en nierdialyse;

Overwegende dat personen met incontinentieproblemen en patiënten nierdialyse in thuisbehandeling door de aard van hun aandoening, en aldus onvrijwillig, meer afval hebben dan een standaardgezin;

Overwegende dat het derhalve sociaal verantwoord is om voor deze personen in een toelage te voorzien;

Gelet op de gevoerde bespreking;

Besluit: met 31 stemmen ja (eenparig)

Maarten De Veuster, Iefke Hendrickx, Wouter Rombouts, Charlotte Klima, Paul Valkeniers, Paul De Swaef, Walter Brat, Véronique D'Exelle, Kurt Vermeiren, Erik Block, Piet Bouciqué, Ilse Stockbroekx, Peter Arnauw, Bert Batens, Pieter Gielis, Nadine Van Mol, Kathelijne Peeters, Tom Van Grieken, Maya De Backer, Christof Victor, Dieter Peeters, Catharina Van Osta, Sandra Lauryssen, Lieselotte Decroix, Kris Oversteyns, Tommy Van Look, Niels Broeckx, Patrick Molle, Jean-Pierre Vanaken, Olivier Coppens, Lieven De Smetstemmen ja.

Artikel 1

De gemeente Schoten verleent onder navolgende voorwaarden een toelage aan personen met incontinentieproblemen en patiënten nierdialyse in thuisverzorging.

Artikel 2

De toelage zal slechts worden toegekend onder de volgende voorwaarden:

a)het getekend aanvraagformulier dient jaarlijks ingeleverd te worden

b)de aanvrager dient ingeschreven te zijn in Schoten en de gemeente effectief te bewonen
Op de dag van de aanvraag moet hij / zij tenminste zes maanden in de gemeente wonen

c)de aanvrager mag niet permanent opgenomen zijn in een voorziening, een ziekenhuis of een woonzorgcentrum.

Artikel 3

De toelage bedraagt 45,00 euro per jaar en per zorgbehoevende. Wanneer de aanvrager zou overlijden wordt de premie uitbetaald aan de op hetzelfde adres ingeschreven partner.

Artikel 4

De aanvraag voor deze toelage dient te gebeuren met het daartoe beschikbaar gestelde aanvraagformulier en dient te worden gericht aan het college van burgemeester en schepenen uiterlijk op 31 oktober van het lopende jaar.

Artikel 5

De toelage wordt betaald na controle door een daartoe aangestelde ambtenaar van het gemeentebestuur. De aanvrager en zijn / haar gezinsleden dienen hieraan hun volle medewerking te verlenen.

Artikel 6

Indien er op enige wijze wordt vastgesteld dat een aanvraag op bedrieglijke wijze is tot stand gekomen, zal deze van ambtswege ingetrokken worden en zullen alle ten onrechte genoten toelagen teruggevorderd worden.

Artikel 7

Het toekennen van de toelage is steeds afhankelijk van de goedkeuring door de hogere overheid. De uitbetaling ervan zal geschieden tot de uitputting van het voorziene krediet op de gemeentebudget.

Artikel 8

Onderhavig besluit geldt voor het dienstjaar 2019.

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 31 JANUARI 2019

GEMEENTELIJKE TUSSENKOMST STOMA

Gelet op het raadsbesluit van 25 januari 2018 houdende de toekenning van een toelage aan personen die drager zijn van een stoma;

Overwegende dat stomadragers door de aard van hun aandoening, en aldus onvrijwillig, meer afval hebben dan een standaardgezin;

Overwegende dat het derhalve sociaal verantwoord is om voor deze personen in een toelage te voorzien;

Gelet op de gevoerde bespreking;

Besluit: met 31 stemmen ja (eenparig)

Maarten De Veuster, Iefke Hendrickx, Wouter Rombouts, Charlotte Klima, Paul Valkeniers, Paul De Swaef, Walter Brat, Véronique D'Exelle, Kurt Vermeiren, Erik Block, Piet Bouciqué, Ilse Stockbroekx, Peter Arnauw, Bert Batens, Pieter Gielis, Nadine Van Mol, Kathelijne Peeters, Tom Van Grieken, Maya De Backer, Christof Victor, Dieter Peeters, Catharina Van Osta, Sandra Lauryssen, Lieselotte Decroix, Kris Oversteyns, Tommy Van Look, Niels Broeckx, Patrick Molle, Jean-Pierre Vanaken, Olivier Coppens, Lieven De Smetstemmen ja.

Artikel 1

De gemeente Schoten verleent onder navolgende voorwaarden een toelage aan personen die drager zijn van een stoma.

Artikel 2

De toelage zal slechts worden toegekend onder de volgende voorwaarden:

a)het getekend aanvraagformulier, afgeleverd door de behandelende geneesheer en waaruit de aandoening blijkt, dient jaarlijks te worden ingeleverd

b)de aanvrager dient ingeschreven te zijn in Schoten en de gemeente effectief te bewonen. Op de dag van de aanvraag moet hij / zij tenminste zes maanden in de gemeente te wonen

c)de aanvrager mag niet permanent opgenomen zijn in een voorziening, een ziekenhuis of een woonzorgcentrum.

Artikel 3

De toelage bedraagt 25,00 euro per jaar en per zorgbehoevende. Wanneer de aanvrager zou overlijden wordt de premie uitbetaald aan de op hetzelfde adres ingeschreven partner.

Artikel 4

De aanvraag voor deze toelage dient te gebeuren met het daartoe beschikbaar gestelde aanvraagformulier en dient te worden gericht aan het college van burgemeester en schepenen uiterlijk op 31 oktober van het lopend jaar.

Artikel 5

De toelage wordt betaald na controle door een daartoe aangestelde ambtenaar van het gemeentebestuur. De aanvrager en zijn / haar gezinsleden dienen hieraan hun volle medewerking te verlenen.

Artikel 6

Indien er op enige wijze wordt vastgesteld dat een aanvraag op bedrieglijke wijze is tot stand gekomen, zal deze van ambtswege ingetrokken worden en zullen alle ten onrechte genoten toelagen teruggevorderd worden.

Artikel 7

Het toekennen van de toelage is steeds afhankelijk van de goedkeuring door de hogere overheid. De uitbetaling ervan zal geschieden tot de uitputting van het voorziene krediet op het gemeentebudget.

Artikel 8

Onderhavig besluit geldt voor het dienstjaar 2019.

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 31 JANUARI 2019

GEMEENTELIJKE PREMIE MANTELZORG

Gelet op het raadsbesluit van 21 december 2017 houdende toekenning van een gemeentelijke mantelzorgpremie;

Gelet op de doelstelling om zorgbehoevenden zo lang mogelijk in hun natuurlijk thuismilieu te laten wonen;

Gelet op het voorstel tot toekenning van een mantelzorgpremie als vrij te besteden vergoeding, ter waardering van de inzet van mantelzorgers, die hulp bieden aan en / of de opvang en verzorging van een zorgbehoevende persoon op zich te nemen;

Gelet op de gevoerde bespreking;

Besluit: met 31 stemmen ja (eenparig)

Maarten De Veuster, Iefke Hendrickx, Wouter Rombouts, Charlotte Klima, Paul Valkeniers, Paul De Swaef, Walter Brat, Véronique D'Exelle, Kurt Vermeiren, Erik Block, Piet Bouciqué, Ilse Stockbroekx, Peter Arnauw, Bert Batens, Pieter Gielis, Nadine Van Mol, Kathelijne Peeters, Tom Van Grieken, Maya De Backer, Christof Victor, Dieter Peeters, Catharina Van Osta, Sandra Lauryssen, Lieselotte Decroix, Kris Oversteyns, Tommy Van Look, Niels Broeckx, Patrick Molle, Jean-Pierre Vanaken, Olivier Coppens, Lieven De Smetstemmen ja.

Artikel 1

De gemeente Schoten verleent voor het jaar 2019 een mantelzorgpremie aan personen die vanuit een sociale relatie de thuiszorg waarnemen voor een zorgbehoevende inwoner van de gemeente.

Artikel 2

In het reglement wordt verstaan door:

Thuiszorg:

De hulp- en dienstverlening die er specifiek op gericht is de zorgbehoevende persoon ("gebruiker") te handhaven in zijn natuurlijk thuismilieu.

Zorgbehoevende persoon of gebruiker:

Iedere natuurlijke persoon die vanuit een bepaalde nood een beroep doet op thuis- en mantelzorg, ongeacht de leeftijd.

Natuurlijk thuismilieu:

De plaats waar de gebruiker effectief woont of inwoont, met uitsluiting van de collectieve woonvormen waar personen op een duurzame wijze verblijven en gehuisvest zijn, en waar geheel of gedeeltelijk, de gebruikelijke huishoudelijke dienstverlening en gezinshulp en / of mantelzorg wordt geboden.

Zelfzorg:

De beslissingen en de acties van een natuurlijke persoon in het dagelijkse leven met het oog op het voorzien in de eigen basisbehoeften.

Mantelzorger:

Een persoon die op geregelde basis en op een niet-beroepsmatige wijze aanvullende, bovennormale zorg verleent aan een zorgbehoevende persoon uit zijn omgeving vanuit een affectieve/sociale relatie die hij met deze persoon heeft.

Mantelzorg:

Alle bovennormale, niet-beroepsmatige hulp- en dienstverlening die een persoon op geregelde basis aan een zorgbehoevende persoon uit zijn omgeving geeft. Deze zorg vloeit voort uit een affectieve/sociale relatie tussen de mantelzorger en de zorgbehoevende persoon.

Mantelzorgattest:

Een document van de zorgkas waaruit blijkt voor welke periode de Vlaamse mantelzorgvergoeding per maand uitbetaald wordt voor niet-medische kosten van mantel- en thuiszorg.

Voorziening:

Een welzijnsvoorziening die zich tot doel stelt één of meerdere vormen van thuiszorg, zoals hierboven beschreven, aan te bieden, te organiseren, en / of te ondersteunen.

Professionele zorgverlener:

De persoon die al dan niet tewerkgesteld is in een voorziening en op een professionele basis hulp- en dienstverlening aanbiedt.

Inwoner van de gemeente:

Elke persoon die minstens zes maanden, voorafgaand aan de datum van de aanvraag, ingeschreven is in Schoten en er effectief woont.

Artikel 3

Het recht op een mantelzorgpremie hangt af van volgende bepalingen met betrekking tot de zorgbehoevende persoon:

-de zorgbehoevende persoon moet een inwoner van de gemeente zijn en is ingeschreven in Schoten

-de persoon moet zorgbehoevend zijn. Dat wil zeggen dat hij / zij, geheel of gedeeltelijk, niet meer in staat is zichzelf te verzorgen en de elementaire taken te verrichten die een gezonde persoon van dezelfde leeftijd normaliter kan uitvoeren, en waardoor blijvende hulp van een derde persoon noodzakelijk is

-de evaluatie van de score van de zorgbehoevende persoon moet worden vastgesteld door middel van het mantelzorgattest, afgeleverd door de zorgkas. Het is niet de bedoeling om een bijkomende medische en / of administratieve formaliteit in te voeren 

-de zorgbehoevende persoon moet begunstigde zijn van de mantelzorgtegemoetkoming van de Vlaamse zorgverzekering, de verhoogde kinderbijslag, de zorgtoeslag voor kinderen met specifieke ondersteuningsbehoefte of van een persoonsvolgend budget toegekend door het Vlaams agentschap voor personen met een handicap (VAPH). Het is niet de bedoeling om bijkomen de medische en / of administratieve formaliteiten in te voeren

-de zorgbehoevende persoon verblijft in zijn natuurlijk thuismilieu (zelfstandig wonend of inwonend) en maakt al dan niet gebruik van de thuiszorgvoorzieningen die gericht zijn op de ondersteuning van de thuiszorg. Een opname in een voorziening of woonzorgcentrum, die de definitieve beëindiging van de thuiszorg inhoudt, schorst het recht op de gemeentelijke mantelzorgpremie

-de zorgbehoevende persoon, zijn wettelijke vertegenwoordiger of de voorlopige bewindvoerder duiden de mantelzorger aan. Er kan slechts één mantelzorger door de zorgbehoevende worden aangeduid. 

Artikel 4

Het recht op een mantelzorgpremie hangt af van volgende bepalingen met betrekking tot de mantelzorger:

-de premie wordt toegekend aan de mantelzorger die hiertoe een aanvraag doet overeenkomstig artikel 6 van dit reglement. De mantelzorger moet ook ingeschreven zijn in Schoten of een familielid zijn tot maximaal tweede graad indien niet woonachtig in Schoten

-er wordt slechts 1 mantelzorgpremie per zorgbehoevende persoon toegekend aan één mantelzorger

-per kalenderjaar kan 1 mantelzorger, al dan niet inwonend, de gemeentelijke mantelzorgpremie ontvangen voor maximum 2 verschillende zorgbehoevenden, al dan niet samenwonend.

Artikel 5

Het recht op een mantelzorgpremie hangt af van volgende bepalingen met betrekking tot de thuiszorg:

-de mantelzorger houdt zich daadwerkelijk en afhankelijk van de noodzaak met de thuiszorg bezig

-de thuiszorg moet op een kwaliteitsvolle en menswaardige manier gebeuren.

Artikel 6

De aanvraag voor de mantelzorgpremie wordt jaarlijks door de mantelzorger ingediend bij het college van burgemeester en schepenen op het daartoe voorziene "aanvraagformulier".

De mantelzorger dient het bewijs te leveren dat aan de gestelde voorwaarden is voldaan, door middel van ofwel:

-een kopie van het attest waaruit blijkt dat de zorgbehoevende een mantelzorgtegemoetkoming ontvangt van de Vlaamse zorgverzekering

-den kopie van de brief van het VAPH, waaruit blijkt dat aan de zorgbehoevende een persoonsvolgend budget is toegekend

-attest waaruit blijkt dat de zorgbehoevende recht heeft op verhoogde kinderbijslag of de zorgtoeslag voor kinderen met specifieke ondersteuningsbehoefte.

Bij weigering wordt de aanvrager schriftelijk verwittigd door het gemeentebestuur.

Bezwaren bij het weigeren van de premie worden gericht aan het gemeentebestuur binnen een termijn van 1 maand na het ontvangen van de weigering.

De mantelzorger verbindt zich ertoe elke wijziging die zich voordoet in verband met de gestelde voorwaarden binnen een termijn van één maand schriftelijk aan het gemeentebestuur mee te delen.

Artikel 7

De mantelzorgpremie bedraagt 240,00 euro per jaar per zorgbehoevende persoon en voor één mantelzorger. De mantelzorgpremie wordt betaald op de bankrekening van de mantelzorger.

De mantelzorgpremie wordt uitbetaald vanaf het jaar dat de zorgbehoevende persoon een uitkering ontvangt van de Vlaamse zorgverzekering, de verhoogde kinderbijslag, de zorgtoeslag voor kinderen met specifieke ondersteuningsbehoefte of een persoonsvolgend budget ontvangt. De mantelzorgpremie dient op straf van verval te worden aangevraagd voor 31 oktober van het jaar waarop hij betrekking heeft. De aanvraag is slechts geldig als één van de in artikel 6 genoemde bewijsstukken is bijgevoegd.

Voor het bekomen van de mantelzorgpremie moet de mantelzorger, in samenspraak met de zorgbehoevende, jaarlijks een nieuwe aanvraag met de nodige bewijsstukken indienen.

De uitbetaling van de premie gebeurt tot uitputting van het voorziene krediet op het gemeentebudget. Elk jaar in de maand november wordt het bedrag van de mantelzorgpremie door het college van burgemeester en schepenen geherevalueerd.

Artikel 8

Het college van burgemeester en schepenen is belast met de uitvoering van het reglement mantelzorgpremie en beslist op basis van dit reglement over onvoorziene problemen en omstandigheden met betrekking tot de aanvraag en toekenning van deze premie.

Het college behoudt ten allen tijde het recht om de voorwaarden te laten controleren door een maatschappelijk werker. Ten onrecht uitgekeerde toelagen zullen worden teruggevorderd.

Artikel 9

De mantelzorgpremie wordt niet meer uitbetaald vanaf het jaar na:

-een definitieve opname van de zorgbehoevende in een voorziening, die de definitieve beëindiging van de thuiszorg inhoudt

-het overlijden van de zorgbehoevende persoon

-het jaar nadat, ingevolge een tussentijdse controle, de Vlaamse mantelzorgvergoeding of het persoonsvolgend budget geschorst wordt of er geen verhoogde kinderbijslag meer wordt toegekend.

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 31 JANUARI 2019

GEMEENTELIJKE TUSSENKOMST BEGRAFENISKOSTEN OUD-STRIJDERS

Gelet op het raadsbesluit d.d. 25 januari 2018 houdende akkoord om een tussenkomst in de begrafeniskosten van oud-strijders 1940 - 1945 te voorzien;

Gelet op het voorstel tot verlenging van dit reglement;

Gelet op de gevoerde bespreking;

Besluit: met 31 stemmen ja (eenparig)

Maarten De Veuster, Iefke Hendrickx, Wouter Rombouts, Charlotte Klima, Paul Valkeniers, Paul De Swaef, Walter Brat, Véronique D'Exelle, Kurt Vermeiren, Erik Block, Piet Bouciqué, Ilse Stockbroekx, Peter Arnauw, Bert Batens, Pieter Gielis, Nadine Van Mol, Kathelijne Peeters, Tom Van Grieken, Maya De Backer, Christof Victor, Dieter Peeters, Catharina Van Osta, Sandra Lauryssen, Lieselotte Decroix, Kris Oversteyns, Tommy Van Look, Niels Broeckx, Patrick Molle, Jean-Pierre Vanaken, Olivier Coppens, Lieven De Smetstemmen ja.

Artikel 1

Bij overlijden van een oud-strijders 1940 - 1945 wordt een gemeentelijke tussenkomst van 30,00 euro verleend in de begrafeniskosten, op voorwaarde dat de overledene, op de dag van het overlijden, ingeschreven was te Schoten.

Artikel 2

De tussenkomst zal uitbetaald worden aan de weduwe. Indien de overledene geen weduwe nalaat, zal de tussenkomst uitbetaald worden aan diegene(n) die bewijzen dat zij de begrafeniskosten hebben gedragen.

De rechthebbende zal bij de bevoegde dienst het bewijs van erkenning van oud-strijder 1940 - 1945 uitgereikt door het bevoegde ministerie moeten voorleggen.

Artikel 3

De tussenkomst in de begrafeniskosten dient aangevraagd te worden binnen de termijn van 6 maanden na het overlijden.

Artikel 4

Het toekennen van de gemeentelijke tussenkomst is steeds afhankelijk van de uittrekking op het budget van het daartoe nodige krediet en van de goedkeuring ervan door de bevoegde overheid.

Artikel 5

Onderhavig besluit geldt voor het dienstjaar 2019.

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 31 JANUARI 2019

ZONE 30

Neemt kennis van volgende interpellatie van raadslid Peter Arnauw (Groen):

Zone 30

In de eerste helft van 2018 heeft de politie 97.000 boetes uitgeschreven voor mensen die te hard reden in een zone 30. Dit is maar liefst 540 boetes per dag. Eén derde reed tot max. 10 km/h te snel, meer dan één derde gingen de bon op omdat ze 10 tot 30 km/h  te snel reden en één op vier werd geflitst aan 40 kilometer per uur te veel of nóg meer.

Bij een flitsmarathon in schoolomgevingen in Kortrijk bleek dat zelfs daar één op vier te snel rijdt. Een veel gehoorde alarmkreet van ouders is echter dat deze snelheidsbeperkingen niet of te weinig in acht worden genomen. Daarom is de politie van de Kortrijkse politiezone, in samenspraak met het stadsbestuur, begin september 2018 begonnen met doelgerichte flitsacties in de zone 30 van schoolomgevingen. Er werden extra borden gezet dat er gecontroleerd ging worden op de zone 30.

Een ander voorbeeld van de noodzaak van de handhaving van de zone 30 was een snelheidscontrole bij een schoolpoort in Bilzen, waarbij zelfs 60% van de chauffeurs te snel reed.

In Schoten flitst de politie bij mijn weten nooit in zones 30.

Veiligheidsinstituut Vias pleit voor meer controles in zones 30, maar vooral ook voor betere aanpassingen van het straatbeeld in dergelijke zones. “Het is belangrijk dat de infrastructuur aangepast wordt om de snelheden naar beneden te krijgen, maar ook snelheidscontroles zijn zeker belangrijk”, klinkt het bij Vias. Uit een enquête van Vias blijkt dat maar liefst twee op de drie Belgen moeite hebben om de snelheidslimiet in een zone 30 te respecteren. Vaak is dat niet omdat bestuurders hardleers zijn, maar gewoon omdat die zones niet duidelijk zijn aangegeven. Het is dan ook niet verwonderlijk dat meerdere bewoners al langer om snelheidmilderende maatregelen in Schotense straten vragen. Tegelijk leeft bij veel Vlamingen het gevoel dat, als je geflitst wordt in een zone 30 en de straat voelde niet aan als een ‘trage straat’, dat de boete dan eigenlijk niet helemaal koosjer is.

Daarom willen we volgende punten aandragen:

Er komt een grote preventie- en informatiecampagne langs alle mogelijke kanalen rond de handhaving van de zones 30.

In Schoten voert de politie vanaf heden op regelmatige basis wel snelheidscontroles uitn in zones 30. Deze zullen in het begin extra duidelijk worden gemaakt met mobiele borden. En in de eerste plaats zal geflitst worden in de zones 30 rond schoolomgevingen.

Er wordt versneld geïnvesteerd om de zones 30 duidelijker te maken en er wordt geïnvesteerd in infrastructuur die de snelheid afdwingt.

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 31 JANUARI 2019

ZWERFVUIL- EN SLUIKSTORTBELEID

Neemt kennis van  volgende interpellatie van raadslid Olivier Coppens (Groen):

Zwerfvuil- en sluikstortbeleid

Het thema sluikstorten leefde duidelijk tijdens de campagne voor de gemeenteraadsverkiezingen. Nog voor de campagne deed Groen Schoten acties rond dit thema. Zo organiseerde we een zwerfvuilactie aan de Lek. Hier vonden we een waanzinnige hoeveelheid aan afval. De voorziene handschoenen en knijpers kwamen zeer goed van pas.

Met zwerfvuilacties alleen gaan we het probleem natuurlijk niet structureel aanpakken. In het verkiezingsprogramma van de N-VA staat dat de partij het probleem rond sluikstorten wilt aanpakken door jeugdbewegingen te belonen indien ze afval opruimen. Ook kan je op de website van de Schotense afdeling lezen dat eventueel camera’s gebruikt kunnen worden om het probleem aan te pakken.

Ook coalitiepartner Open VLD stak deze zomer de handen uit de mouwen om het Gelmelenpark op te ruimen. Het thema leeft duidelijk. Nu moet de aanpak ook volgen. Jeugdbewegingen moeten zich  vooral bezig houden met spelletjes spelen. Niet dat ze zich hiervoor niet mogen inzetten, maar een structurelere aanpak lijkt ons toch mogelijk.

Vanuit de Vlaamse Overheid loopt er momenteel een aanmeldingsprocedure voor een coachingsproject rond zwerfvuil. Via dit project worden gemeenten ondersteunt om een effectief en efficiënt zwerfvuil- en sluikstortbeleid uit te bouwen en te implementeren. Het traject duurt 3 jaar en de gemeente kan zelf klemtonen leggen in de coaching. De nodige financiële ondersteuning en een deel van de bijkomende personeelskost wordt voorzien.

Dit is een mooie kans om het probleem rond sluikstorten op een structurele manier aan te pakken. De uiterste datum is 15 februari 2019.

Naar aanleiding van dit project wens ik de bevoegde schepen volgende vragen te stellen:

Is de gemeente op de hoogte van dit project en dient het een project in?

Hoeveel klachten komen er binnen rond sluikstorten?

Hoeveel kost sluikstorten onze gemeente?

Beschouwen jullie meldingen via de Groene Lijn ook als een klacht?

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019
Overzicht punten

 

Zitting van 31 JANUARI 2019

AGBS - SAMENSTELLING RAAD VAN BESTUUR (NIET-GEMEENTERAADSLEDEN)

Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid Titel 3, Hoofdstuk 2 - Het Autonoom Gemeentebedrijf;

Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 5 februari 2009 houdende akkoord met de oprichting van het Autonoom Gemeentebedrijf Schoten;

Overwegende dat in deze gemeenteraadszitting eveneens de statuten van het Autonoom Gemeentebedrijf Schoten werden goedgekeurd;

Gelet op het besluit d.d. 11 mei 2009 van Vlaams minister Marino Keulen houdende de goedkeuring van de beslissing van de gemeenteraad van Schoten van 5 februari 2009 waarbij het Autonoom Gemeentebedrijf Schoten wordt opgericht en de statuten van het bedrijf zijn vastgesteld;

Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 26 april 2012 houdende goedkeuring van de statutenwijziging van het Autonoom Gemeentebedrijf Schoten;

Gelet op het besluit d.d. 23 augustus 2012 van minister Bourgeois houdende goedkeuring van de statutenwijziging van het AGBS;

Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 30 mei 2013 houdende goedkeuring van de statutenwijziging van het Autonoom Gemeentebedrijf Schoten;

Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 21 december 2017 houdende goedkeuring van de statutenwijziging van het Autonoom Gemeentebedrijf Schoten;

Gelet op het besluit d.d. 9 februari 2018 van minister Homans houdende goedkeuring van de statutenwijziging van het AGBS;

Overwegende dat de artikelen 12 en 13 van de statuten van het AGBS de samenstelling van de Raad van Bestuur regelen;

Overwegende dat volgende samenstelling werd bepaald voor de Raad van Bestuur van het Autonoom Gemeentebedrijf Schoten:

- vanuit de gemeenteraad: van elke fractie 1 vertegenwoordiger per begonnen schijf van 5 raadsleden

- 2 leden die geen gemeenteraadsleden zijn;

Gelet op het gemeenteraadsbesluit van heden inzake de benoeming van de gemeenteraadsleden als leden van de Raad van Bestuur van het Autonoom Gemeentebedrijf Schoten;

Gelet op de ingediende kandidaturen;

Gelet op het voorstel om volgende personen aan te stellen als lid van de Raad van Bestuur:

- Lieve Vermeiren als vertegenwoordiger van de dienst der werken

- Johan Vijgen als vertegenwoordiger van de vrijetijdsdienst;

Gelet op de gevoerde bespreking;

Besluit:

Lieve Vermeiren aan te duiden als lid van de raad van bestuur van het autonoom gemeentebedrijf Schoten

Na geheime stemming:

31 stemmen voor

 

Johan Vijgen aan te duiden als lid van de raad van bestuur van het autonoom gemeentebedrijf Schoten

Na geheime stemming:

31 stemmen voor

 

Enig artikel

Volgende leden die geen gemeenteraadslid zijn te benoemen als leden van de Raad van Bestuur van het Autonoom Gemeentebedrijf Schoten:

- Lieve Vermeiren als vertegenwoordiger van de dienst der werken

- Johan Vijgen als vertegenwoordiger van de vrijetijdsdienst.

 

 

Publicatiedatum: 20/02/2019